“Constructieberekening en EPC pas later indienen”

Hoe verandert het nieuwe stelsel van private kwaliteitsborging het bouwproces? Vakblad Aannemer kijkt mee bij een project van negen woningen dat wordt uitgevoerd in het kader van het experiment Crisis- en herstelwet voor grondgebonden woningen. In een tweede artikel in de reeks een gesprek over kwaliteitsborging bij Aannemingsbedrijf Lamers in Veldhoven. Onderwerp van gesprek is de gewijzigde aanpak nu niet de gemeente de plannen toetst maar Bouwgarant zorgt voor de kwaliteitsborging. Voor Lamers kent het stelsel voor- en nadelen. Een deel van de te maken kosten kunnen naar achter in het proces worden verschoven wat de kosten drukt. Aan de andere kant wordt er nog meer op het bordje van de aannemer neergelegd.

Of de voordelen of de nadelen de doorslag krijgen moeten blijken uit de verdere verloop van het project en met name uit toekomstige projecten.

Het gehele artikel is te lezen op de website van Aannemer. Het eerste artikel uit de serie is hier te lezen.

De instrumentbeheerder en de Toelatingsorganisatie

in Bouwkwaliteit in de Praktijk nummer 6  is het zesde deel in de serie Bestuursrechtelijke handhaving bij (private) kwaliteitsborging gepubliceerd. De zes artikelen van Gert-jan van Leeuwen – geschreven mmv Hans Barendregt en Hajé van Egmond – geven een goed beeld van de handhavingsaspecten die met nieuwe stelsel samenhangen. Het laatste artikel in de serie beschrijft de wijze waarop in het nieuwe stelsel de instrumentbeheerder en de Toelatingsorganisatie toezien op de werking van het systeem.

Lees alle artikelen via deze link.

De artikelen zijn gebaseerd op het wetsvoorstel zoals dat op dit moment bekend is. Mogelijk zal het advies van de Raad van State en de behandeling in de Tweede Kamer nog tot wijziging leiden.

 

“Privaat bouwtoezicht kost 500 ambtenaren hun baan”

In Binnenlands stond gisteren een bericht over de werkgelegenheidseffecten van de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Op basis van de Impactanalyse van de Vereniging Bouwtoezicht Nederland is berekend dat de invoering over twee jaar 500 gemeenteambtenaren hun baan gaat kosten. Wico Ankersmit, directeur VBWTN, geeft in het stuk aan te verwachten dat alle betrokken wel weer een baan zullen krijgen. En aangezien het uitgangspunt van de wet is dat er meer wordt gedaan aan kwaliteitsborging zullen die 500 plantoetsers en toezichthouders ‘aan de andere kant’ meer dan nodig zijn…

Lees het bericht op Binnenlands Bestuur via deze link. De impactanalyse van VBWTN is hier te lezen. Een presentatie van Wico Ankersmit op het Omgevingswebcongres van 23 april 2015 sluit goed aan bij dit thema.

Handhaving en de Wet kwaliteitsborging voor het Bouwen

Gert-Jan van Leeuwen heeft – met medewerking van Hans Barendregt en Hajé van Egmond – de afgelopen maanden vijf artikelen geschreven over het thema Handhaving onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. De artikelen zijn, met dank aan Bouwkwaliteit in de Praktijk, hieronder opgenomen.

1. Bestuursrechtelijke handhaving bouw – bestaande bouw

2. Bouwen onder private kwaliteitsborging

3. Handhavingsverzoeken

4. Bestuursrechtelijke sancties

5. Private sancties

6. De instrumentbeheerder en de Toelatingsorganisatie

Cobouw: “Contouren bouwstelsel bekend”

In Cobouw van 17 februari wordt een schets gegeven van de contouren van het conceptwetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen zoals dat is ontstaan na verwerking van de reacties op de consultatieversie. De belangrijkste aanpassingen volgens Cobouw zijn:

  • Geen 15 maanden vasthouden van de laatste 5% van de bouwsom maar terug naar de huidige 3 maanden. Wel pas vrijgave na actie van de consument
  • Geen inhoudelijke oplevertoets door de gemeente
  • Geen verplichte verzekering maar een informatieplicht richting de klant
  • Afwijken van de regels van het Burgerlijk Wetboek alleen toegestaan met toestemming van de klant

Het definitieve wetsvoorstel zal pas na advies van de Raad van State bekend worden.

imageLees hier het artikel in Cobouw. Lees ook het artikel met de Kwartiermakers in Cobouw.

“Aansprakelijkheid verborgen gebreken heet hangijzer Regelgeving”

In Cobouw van 16 januari 2015 is onderstaand bericht opgenomen. Het stuk verwijst naar een uitgebreider verhaal dat is opgenomen in Bouwkwaliteit in de Praktijk.

|  Laatst gewijzigd:16-01-2015 15:53  |  Frank de Groot  |
Den Haag – De discussie rond aansprakelijkheid van private partijen voor geborgen gebreken beheerst momenteel de burelen van veel aannemers, architecten en ingenieursbureaus. Vooral nadat de plannen van minister Blok (Wonen en Rijksdienst), vorig jaar bekend werden, bij de presentatie van het Wetsvoorstel Kwaliteitsborging. Bijna alle relevante bouworganisaties klommen in de pen om hun, veelal pittige, visie af te geven op deze conceptwet, die waarschijnlijk in 2016 van kracht moet worden.
In het Burgerlijk Wetboek is nu nog geregeld dat de bouwer alleen aansprakelijk kan worden gesteld voor verborgen gebreken die de opdrachtgever redelijkerwijs niet bij oplevering had moeten ontdekken. ‘Aannemers verweren zich door de aansprakelijkheid te verleggen naar diegene die gecontroleerd heeft. Vooral als dat een zogenoemde ‘deskundige’ partij’ is’, aldus prof. mr. dr. Monika Chao-Duivis, directeur Instituut voor Bouwrecht en hoogleraar bouwrecht TU Delft, in BouwKwaliteit in de praktijk nr. 1/2 2015 (voorheen Bouwregels in de praktijk), dat medio februari verschijnt. ‘Maar de rol van architect als controlerend bouwmeester is de afgelopen tien jaar steeds meer verdwenen. Mag een aannemer er dan mee wegkomen omdat een toezichthouder niet goed heeft gecontroleerd? Qua causaliteit heeft de toezichthouder niets met de gemaakte uitvoeringsfout te maken.’
Het Wetsvoorstel Kwaliteitsborging doet een voorstel om de positie van de opdrachtgever te verbeteren door aanpassing van het Burgerlijk Wetboek. Het voorstel is: ‘De aannemer is aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken bij aanneming van bouwwerken.’ Chao-Duivis: ‘‘Bezwaar van dit voorstel voor de aannemer is wel dat de status van de oplevering wordt uitgehold en hij in een bewijsrechtelijk lastige positie komt. Zorg daarom dat de oplevering goed is gedocumenteerd en maak foto’s. Daarom is het as-builtdossier ook zo belangrijk.’’
Op basis van voorstellen van Europese juristen komt Chao-Duivis tot een tekstueel verbetervoorstel voor het Burgerlijk Wetboek: ‘‘De aannemer is aansprakelijk voor ten tijde van de oplevering aanwezige gebreken, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Dan praten we dus feitelijk niet eens meer over verborgen gebreken!’ Chao-Duivis wil tot slot ook nog wel kwijt dat ze de voorgestelde verruiming van het opschortingsrecht van drie naar vijftien maanden bijna onacceptabel vindt: ‘‘Dat betekent dat een opdrachtgever 5 procent van de bouwsom maximaal vijftien maanden in depot kan houden tot eventuele bouwfouten zijn hersteld. De bouw heeft het al zo moeilijk, dan is het bijna onbehoorlijk om 5 procent vijftien maanden vast te houden.’’
Meer lezen? Ga dan naar www.omgevingindepraktijk.nl.
Publicatie datum: 16-01-2015 15:53

“Toetsing veiligheid moet altijd bij overheid blijven”

In een opiniestuk in Cobouw vragen Paul Korthagen en Remko Wiltjer (beiden IMd Raadgevende Ingenieurs) zich af of ’toetsen of een gebouw niet instort’ wel iets is dat je aan de markt kan overlaten. Korthagen en Wiltjer vrezen dat opdrachtgevers op zoek zullen gaan naar diegene uit hun beroepsgroep die voor het minste geld – en liefst nog minder – de plannen willen toetsen. Verder klinkt ook hier weer de angst door dat de gemeenten de leges niet zullen verlagen en ‘via een achterdeur’ alsnog hun inkomsten willen binnenhalen. Beide heren pleiten daarom in hun artikel in Cobouw voor het versterken van de huidige gemeentelijke toets.

Borging van bouwkwaliteit op nieuwe leest geschoeid

Bob Gieskens (Bouwend Nederland) geeft in een artikel in Bouwtotaal (nr. 11, 2014) zijn visie op het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het Bouwen. Gieskens benadrukt dat bouwers vooral de mogelijkheid moeten krijgen om zelf de kwaliteit te organiseren. ‘Bouwers moeten staan voor hun product en dat willen ze ook’. Gieskens gaat verder in op het negatieve beeld dat kleeft aan de bouwer die zelf de kwaliteit borgt en benadrukt er altijd een kwaliteitsborger zal moeten zijn. “Slechts in een deel van de gevallen kan dat de bouwer zelf zijn, maar dan moet die wel een goedgekeurd kwaliteitstoetsingsinstrument zoals certificering of erkenning toepassen. Er is altijd een onafhankelijke stok achter de deur in die gevallen waarin de slager zijn eigen waar keurt.”

Het hele artikel is hier te lezen.