Leesvoer voor de vrijdagmiddag: de “strijd” van Pieter Plass

De frequente bezoeker van de iBK-site is zeker bekend met de bijdragen die Pieter Plass van CBB / Bouwdossier levert aan de discussie rondom Kwaliteitsborging voor het bouwen. In een tweetal recente bijdragen roep Pieter nogmaals op om aan de slag te gaan – dit keer via een open brief aan VBWTN – en vraagt Pieter zich verder af of er geen plicht moet komen voor de aannemer om zijn eigen werk te controleren.

Wat dat laatste betreft vraag ik me af of Pieter het bij het juiste eind heeft: met een wettelijke controle kwaliteit afdwingen is naar mijn mening net zo iets als het aantal branden willen beperken door brand te verbieden. 

Kwaliteit ontstaat door betrokkenheid bij je werk en door aandacht voor het eindresultaat. Hoe dat te bereiken is? Door positieve prikkels om kwaliteit te leveren. En dan reken ik ook het voorkomen van financiële claims en hoge kosten als je je werk niet goed doet tot positieve prikkels 🙂

Afijn, veel leesplezier! En ik hoop dat er snel meer Pieters bijkomen….

Alle columns, blogs en open brieven zijn te vinden op blog.bouwdossier.nl.

LenteAkkoord: “Opnameprotocol nieuwbouwwoningen aanwijzen als wettelijke toegestaan instrument”

In de brief van 9 oktober 2015 aan minister Blok wijst het LenteAkkoord de minister op de voortdurende problemen met het energielabel voor woningen. Het ontbreken van een label bij oplevering leidt in sommige gevallen tot het niet vrijvallen van de waarborgsom (de laatste 5%). De partijen achter het LenteAkkoord (Aedes, Bouwend Nederland, NEPROM en NVB) vragen de minister mede hierom met klem de problemen met het label zo spoedig mogelijk op te lossen.

In de brief wordt tevens gevraagd om het opnameprotocol voor nieuwbouwwoningen als wettelijk toegestaan instrument voor het label aan te wijzen. Het gebruik van het opnameprotocol, waarbij voor oplevering de kwaliteit wordt beoordeeld en gemeten, past tevens in de plannen rondom Kwaliteitsborging voor het bouwen is daarmee een goede kans om hiermee alvast ervaring op te doen.

Lees het volledige bericht op de website van het LenteAkkoord.

“Private kwaliteitsborging: wanneer gaan we ons voorbereiden?”

imageBouwdossier – één van de partijen achter de Erkenningsregeling kleine bouwwerken – doet op haar website een oproep om landelijk te starten met pilots Kwaliteitsborging. De nu lopende pilots zijn veelal op te kleine schaal en het grootste deel van de bouw betrokken partijen en gemeenten wachten af wat er gaat komen. De analyse van Pieter Plass – de auteur van het artikel – is dat de sleutel voor succes van deze pilots ligt bij gemeenten. Bewegen de gemeenten, dan komen ook de rest in beweging.

Of dit partijen in beweging kan krijgen? Of wachten we gewoon met z’n allen af tot het gemeentelijke loket sluit en de bouw het zelf moet regelen? Beste bouw: pak het op!

Lees het het gehele artikel hier.

De privaatrechtelijke aansprakelijkheid van de kwaliteitsborger, instrumentbeheerder en toelatingsorganisatie

Ondanks dat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen geen wijzigingen aanbrengt in het contractrecht, zal de rol van de kwaliteitsborger in het bouwproces zeker privaatrechtelijke gevolgen hebben. In Vastgoedrecht 2015-4 is een artikel van Otillie Laan hierover gepubliceerd. Het artikel beschrijft – mede op basis van schakeljurisprudentie – achtereenvolgens de rollen van alle betrokken partijen. Daar waar een contractuele relatie bestaat tussen partijen bestaat (vergunninghouder – kwaliteitsborger), is ook sprake van een directe aansprakelijkheid bij wanprestatie. Echter ook het onvoldoende controleren van de kwaliteit van de kwaliteitsborger (KB) door de instrumentaanbieder (IA) kan naar de mening van Laan een onrechtmatige daad jegens de vergunninghouder zijn.

Het artikel eindigt met de conclusie dat de wetgever zich niet of onvoldoende van bewust is dat de introductie van de KB en de IA in het private speelveld wel eens nadelig kan uitpakken voor de opdrachtgever. De vraag is of deze conclusie terecht is. Niet alleen beoogde de wetgever geen wijzigingen in het contractrecht, uit het artikel valt ook af te leiden dat het probleem zich zal voordoen als partijen niets aanpassen in hun huidige contractuele afspraken.

De conclusie zou dan ook vooral een oproep moeten zijn aan opdrachtgevers om eens goed te kijken naar de voorwaarden waaronder ze nu opdrachten verstrekken. Niet de wetgever moet zich hiervan bewust zijn, de bouw zelf moet eens goed naar kijken de privaatrechtelijke gevolgen!

Het artikel is hier te lezen.

‘De schakel tussen publiek en privaat’

In een nieuwe blog gaat Otillie Laan in op de positie van de kwaliteitsborger in het nieuwe stelsel vanuit het oogpunt van privaatrecht. De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen leidt niet tot een feitelijke wijziging van de rollen en aansprakelijkheden voor private partijen in het bouwproces. En toch zal het zeker gevolgen hebben voor contracten en contractvormen. Onderbelicht tot nu toe… En zeker de positie van de opdrachtgever. De blog is wellicht een aanzet tot meer onderzoek en discussie op dit punt. Lees de blog via deze link.

Private kwaliteitsborging en NEN-normen

In 2011 deed de Hoge Raad in de Knooble-zaak de uitspraak deed dat (in het kort) NEN-normen niet algemeen verbindend zijn en dus niet formeel gepubliceerd behoeven te worden. Lees “niet gratis beschikbaar te stellen”. Daar was het immers om te doen. Het is daarna een tijdje rustig geweest, maar de afgelopen tijd duiken met enige regelmaat weer verhalen op over NEN-normen en de kosten van NEN-normen. Zoals recent in Tijdschrift voor Bouwrecht, nr. 3 (Mr. A.M. van Rijsewijk en mr. R.C.V. Mans, NEN-normen Bouwbesluit moeten gratis en openbaar zijn) waar wordt gepleit voor gratis normen.

Op Bouwdossier.nl een blog over de relatie NEN-normen en kwaliteitsborging. De auteur start met de opmerking “Je kunt niet aan het Bouwbesluit voldoen zonder deze normen”, dat wat de rechter nu juist betwist. Verderop in de blog vraagt de auteur zich af hoe dat onder de Wet kwaliteitsborging gaat uitwerken. Gaan NEN-normen dan door de Toelatingsorganisatie ‘verplicht’ worden? En moet iedere kwaliteitsborger straks een setje normen onder de arm meenemen? Ik zou me ook kunnen voorstellen dat het juist de andere kant op gaat: de kwaliteitsborger tekent voor de oplossing, de geleverde prestatie is voldoende. Zonder exact alles via de normen na te rekenen. Ook omdat de ontwerper de norm en waarschijnlijk al naast heeft gehad.

De discussie die in de blog op bouwdossier.nl wordt gestart gaat verder dan alleen NEN-normen. Ook van bestaande kwaliteitsverklaringen en andere ‘standaarddocumenten’ kan je je afvragen in hoeverre private partijen zich hieraan gebonden voelen. Nu houden gemeente vaak vast aan normen en zijn ze gehouden aan erkende kwaliteitsverklaringen. Of private partijen het met auteur eens zijn dat je zonder normen niet aan de regels kan voldoen zullen de eerste instrumenten uitwijzen…

“De gevolgen van Gevolgklasse 1”

Op de website van Blumstone Advocaten is gisteren de derde in een reeks blogs over het nieuwe stelsel volgens de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) gepubliceerd (lees de blog hier). In de blog wordt ingegaan op de rol van de Gevolgklasse in het nieuwe stelsel.

De blog beschrijft Gevolgklasse 1 en de recent aangekondigde ‘splitsing’ van die klasse. Die splitsing geeft de kleine aannemers meer tijd om zich op het stelsel voor te bereiden is het idee. In de blog wordt terecht opgemerkt dat de kwaliteitsborging weliswaar later in werking treedt, de aanscherping van de aansprakelijkheid na oplevering geldt wel meteen voor alle bouwwerken. En dus voor alle aannemers….

De onderkant van Gevolgklasse 1

Let op: dit document is gepubliceerd in maart 2015. Inmiddels is het idee van de splitsing van gevolgklasse 1 niet meer aan de orde.

Een mogelijke aanpassing in de groep bouwwerken waarmee het voorgenomen stelsel van Kwaliteitsborging in de bouw start heeft tot de nodige discussie en reacties geleid. Volgens een bericht aan de Stuurgroep Kwaliteitsborging wordt in de memorie van toelichting bij het voorstel voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) niet opgenomen dat met Gevolgklasse 1 (zie advies 4) wordt gestart maar met ‘nieuwbouw en seriematige verbouw’ binnen deze gevolgklasse. De rest zal dan op een nader te bepalen tijdstip volgen. Als we uitgaan van inwerkingtreding poer 1-1-2017 dan zou het in tijd er als volgt kunnen uitzien (jaartallen zijn een inschatting):

  • 1-1-2017: Gevolgklasse 1 in werking voor ALLE nieuwbouw en seriematige verbouw (denk aan de Stroomversnelling en dergelijke)
  • 1-1-2018: Gevolgklasse 1 in werking voor overige verbouwingen
  • 1-1-20xx: Gevolgklasse 2 in werking
  • etc…

Om te bepalen wat de gevolgen hiervan zijn is het goed om de onderkant van Gevolgklasse 1 eens te bekijken. Met name omdat er al veel bouwwerken straks niet meer aan het Bouwbesluit 2012 worden getoetst als gevolg van een tweede aanpassing in de voorgenomen wijzigingen.

De grenzen van gevolgklasse 1
Vergunningvrij bouwwerken blijven vergunningvrij. Dus bouwwerken die op dit moment zonder vergunning voor het bouwen mogen worden gebouwd vallen straks ook niet onder Wkb. In aanvulling daarop bevat de concept-Wkb een kapstok om een experiment in het kader van de Crisis- en herstelwet dat momenteel in onder andere Almere, Delft en Zoetermeer wordt uitgevoerd landelijk in te kunnen voeren:

Artikel 2.10, derde lid, (nieuw) komt te luiden:
3. Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op:
a. de categorieën van bouwwerken die krachtens artikel 7ab van de Woningwet worden onderworpen aan een instrument voor kwaliteitsborging. In die gevallen wordt de omgevingsvergunning geweigerd, indien uit de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden naar het oordeel van het bevoegd gezag geen krachtens artikel 7ac van de Woningwet toegelaten instrument voor kwaliteitsborging wordt toegepast dat afgestemd is op de risicoklasse waaronder het type bouwwerk valt en wordt toegepast door een kwaliteitsborger als bedoeld in artikel 7aa, onderdeel c, van die wet;
b. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere categorieën bouwwerken.

Onderdeel a is bedoeld voor de introductie van de verplichte kwaliteitsborging. Onderdeel b heeft als doel om ook voor een aantal andere bouwwerken de toets aan het Bouwbesluit (2.10, eerste lid onder a: de weigeringsgrond Bouwbesluit) te schrappen. Het gaat dan om aanbouwen, dakkapellen, etc. die nu aan het Bouwbesluit worden getoetst omdat ze vanwege ruimtelijke redenen of om reden van welstand niet ‘vergunningvrij’ zijn. Denk aan de dakkapel aan de voorkant of de dakkapel die te dicht bij de dakrand staat.

Ervan uitgaande dat onder 3b globaal de bouwwerken worden opgenomen die nu in het experiment Almere, Delft, Zoetermeer vallen dan worden na inwerkingtreding van de Wkb de volgende bouwwerken niet meer aan het Bouwbesluit 2012 getoetst:

Artikel 6g (Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet)
Artikel 2.10, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is niet van toepassing, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van die wet betrekking heeft op:

  1. een op de grond staand bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht, mits niet hoger dan 5 meter;
  2. een dakkapel;
  3. een dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening in een dak;
  4. een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking;
  5. een kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel;
  6. een zonwering, rolhek, luik of rolluik aan of in een gebouw;
  7. tuinmeubilair;
  8. een sport- of speeltoestel voor uitsluitend particulier gebruik, mits uitsluitend functionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens;
  9. een erf- of perceelafscheiding;
  10. een vlaggenmast

Dus voor dakkapellen en alle op de grond staande bijbehorende bouwwerken van maximaal 5 meter hoog is straks wellicht nog wel een vergunning nodig maar bevat die vergunning geen Bouwbesluitaspecten meer. En de bouwwerken vallen dus ook niet onder de Wkb. De onderkant van Gevolgklasse 1 wordt dus straks gevormd door nieuwbouw van woningen en bedrijfspanden en de grotere verbouwingen. Het grootste deel van de ‘veelvoorkomende bouwwerken’ zal waarschijnlijk buiten de Wkb vallen. Totdat de Omgevingswet het geheel in elkaar schuift ontstaat een vergunningstelsel dat er uitziet als hieronder. De wijziging in Gevolgklasse 1 ‘schuift’ daar dus nog een klasse tussen.

vergunningplicht nieuwe stelsel

“niet-seriematige verbouw”
Wat schrappen we dan als je niet start met Gevolgklasse 1 maar alleen met nieuwbouw en seriematige verbouw? Als we de lijst hiervoor vergelijken met de lijst vergunningvrije bouwwerken uit bijlage II van het Bor dan valt aan de onderkant af:

  • de overige verandering aan een bouwwerk indien de constructie wijzigt. Wijzigingen van de constructie in combinatie met een vergunningvrije activiteit – denk aan een doorbraak tbv een aanbouw – zijn en blijven overigens vergunningvrij.
  • De verbouwing waarbij de indeling in brandcompartimenten wordt gewijzigd.
  • het meerlaags bijbehorende bouwwerk
  • het bijbehorende bouwwerk hoger dan 5 meter
  • het niet op de grond staande bijbehorende bouwwerk

Een beperkt aantal bouwactiviteiten dus, die ook nog seriematig kunnen zijn (denk aan renovatie van corporatiebezit). Een groot deel van het ‘klein burgerwerk’ valt sowieso al buiten het stelsel. De effecten van de voorgestelde aanpassing lijken beperkt, zeker omdat de wijziging in de aansprakelijkheid al wel direct voor alle partijen gaat gelden.