Beantwoording Kamervragen vertraging Wkb

Naar aanleiding van de berichtgeving in Cobouw heeft Albert de Vries (PvdA) op 18 december schriftelijke vragen gesteld over de vermeende vertraging van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. In de beantwoording door minister Blok wordt een toelichting gegeven op de stand van zaken en de stappen die nog genomen moeten worden voordat de wet richting Tweede Kamer kan worden verzonden. Uit de antwoorden blijkt dat minister Blok rond deze tijd spreekt met bouwers, consumenten en opdrachtgevers en de VNG om het draagvlak voor de wet te toetsen om vervolgens de wet aan de Tweede Kamer toe te zenden.

Positief is  dat De Vries en Blok de doelstellingen van de wet delen: a) de bouwkwaliteit beter borgen, b) de bouwsector veel meer zelf verantwoordelijk en aansprakelijk te maken, c) consumenten te beschermen, en d) processen te vereenvoudigen en faalkosten te verlagen. Lees de antwoorden via onderstaande link.

Beantwoording Kamervragen over de vertraging in de behandeling van het Wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen

Wet kwaliteitsborging en pilotprojecten

Ten behoeve van de Schakeldag 2015 is een 2 pagina’s tellende brochure gemaakt met basisinformatie over de Wet kwaliteitsborging en enkele lopende pilotprojecten. De brochure is een prima startpunt als kennismaking met de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen.

De brochure kunt u hier downloaden. De presentatie gegeven tijdens de Schakeldag kunt u hier vinden.

“Sterkere positie voor opdrachtgever in de bouw”

Onderstaand bericht is afkomstig uit de periode nieuwsbrief Bouwen met Kwaliteit van BZK. U kunt zich via die link aanmelden voor de nieuwsbrief.

Sterkere positie voor opdrachtgever in de bouw
Het huidige systeem van kwaliteitsbewaking was aan herziening toe vanwege toenemende complexiteit in de bouw, de noodzaak tot positieve prikkels voor bouwpartijen en een onheldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden. De ministerraad heeft in mei 2015 op voorstel van minister Blok voor Wonen en Rijksdienst ingestemd met het wetsvoorstel ‘kwaliteitsborging voor het bouwen’.

Sterkere positie opdrachtgevers
Nieuw is dat de aannemer ook na de oplevering wettelijk aansprakelijk is voor gebreken aan het bouwwerk die aan hem zijn toe te rekenen. Anders dan nu is de aannemer in het nieuwe systeem niet alleen aansprakelijk voor verborgen, maar ook zichtbare gebreken die bij een oplevering door de opdrachtgever opgemerkt hadden kunnen worden. Hierover zijn met particuliere opdrachtgevers geen afwijkende afspraken toegestaan. Aannemers krijgen verder de plicht om hun opdrachtgever te informeren of en hoe zij verzekerd zijn voor risico’s bij een faillissement van het bedrijf en voor gebreken tijdens de bouw en daarna.

Als de laatste termijn van de aanneemsom (maximaal 5%) in depot is gestort bij de notaris, keert deze het depotbedrag na in werkingtreding van de wet pas uit als aan twee voorwaarden is voldaan. De notaris moet een schriftelijk bewijs van de aannemer ontvangen dat hij de opdrachtgever heeft gewezen op zijn opschortingsrecht en de opdrachtgever niet heeft aangegeven dat hij van zijn opschortingsrecht gebruik wil maken. Hiermee verdwijnt het automatisme dat de notaris het depotbedrag drie maanden na oplevering uitbetaalt aan de aannemer als hij niets van de opdrachtgever heeft vernomen. Met deze maatregelen wordt de positie van de opdrachtgever sterker tegenover de aannemer.

Nieuwe methodes voor kwaliteitsborging
Bij het afgeven van een vergunning voor nieuwbouw of seriematige verbouw hoeft de gemeente in het nieuwe stelsel niet meer te kijken naar bouwtechnische aspecten en controles uit te voeren tijdens de bouw. In plaats daarvan komt een nieuw systeem van kwaliteitsborging waarin marktpartijen zorgen dat aan de wettelijke eisen wordt voldaan.
Marktpartijen in de bouw moeten zelf methodes ontwikkelen voor voorgestelde kwaliteitsborging. Een onafhankelijke publieke toelatingsorganisatie zal beoordelen of een methode voldoet.
De gemeente controleert bij het afgeven van een vergunning voor het bouwen of tijdens de bouw wordt gewerkt met een toegelaten methode voor kwaliteitsborging die wordt toegepast door een hiervoor erkende of gecertificeerde kwaliteitsborger. Onder bepaalde voorwaarden zou ook de aannemer of architect de kwaliteitsborger kunnen zijn.
De gemeente blijft wel zelf toetsen aan de locale welstandseisen, het bestemmingsplan en de veiligheid voor de omgeving.

Eerst nieuwbouw en seriematige verbouw
Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel vanaf 2016 stapsgewijs ingaat. Begonnen wordt met eenvoudige nieuwbouw en seriematige verbouw. De komende tijd zal worden gewerkt aan verdere uitwerking van het nieuwe systeem en zullen partijen worden gestimuleerd om alvast met kwaliteitsbewaking aan de slag te gaan. Zo wordt ervaring opgedaan. Later volgt uitbreiding van het systeem naar andere meer complexe bouwwerken.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Meer informatie over de inhoud en de invoering van het nieuwe stelsel kunt u vinden op de website van het Instituut voor Bouwkwaliteit. Zie ook: Dossier Bouwregelgeving

Verslag consultatie en aanpassingen van het wetsvoorstel Kwaliteitsborging

Recent heeft het ministerie van BZK een document gepubliceerd waarin is aangegeven wat – op hoofdlijn – de reacties waren op de consultatieversie van de Wet kwaliteitsborging. De individuele reacties zijn onder meer via deze website al verspreidt en nu geeft BZK een samenvatting en een doorkijkje wat er met de opmerkingen gedaan is. Het document geeft daarmee een aardig beeld van het wetsvoorstel zoals het -na goedkeuring door de Ministerraad op 13 mei jl. – naar de Raad van Staten is gegaan.

BZK noemt onder meer de volgende punten:

  • Het wetsvoorstel zal drie jaar na inwerkingtreding worden geëvalueerd
  • De terminologie – met name in het BW-deel – is aangepast en de memorie van toelichting is op diverse plaatsen aangevuld
  • De toezegging wordt gedaan nog te komen met een berekening van de administratieve en bestuurlijke lasten van het nieuwe stelsel
  • Een duidelijkere uitleg dat de gemeente geen inhoudelijke rol heeft bij bouw en oplevering
  • Het verbod op bouwen in afwijking van de nieuwbouweisen blijft ook onder de Wet kwaliteitsborging in stand
  • Het introduceren van een informatieplicht inzake de risico’s. Het voorstel voor een verplichte verzekering of de plicht tot aanbieden van een verzekering is daarmee komen vervallen
  • De termijn van 15 maanden voor betaling van de laatste 5% vervalt en blijft dus 3 maanden. Wel wordt een actieve rol van de opdrachtgever geïntroduceerd: uitbetaling na toestemming

De gehele reactie van BZK is hier te lezen. Het uiteindelijke wetsvoorstel zal na verwerking van het advies van de Raad van State waarschijnlijk dit najaar aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.

“Begonnen wordt met eenvoudige nieuwbouw en seriematige verbouw”

In het nieuwsbericht dat naar aanleiding van de instemming door de Ministerraad met het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is uitgegaan, wordt gesproken over een stapsgewijze invoering van de nieuwe regels. De eerste stap die in het nieuwsbericht wordt genoemd heeft bij diverse partijen tot verwarring geleid: om welk deel gaat het nu eigenlijk? Het nieuwsbericht zegt hierover:

"Begonnen wordt met eenvoudige nieuwbouw en seriematige verbouw"

Onderstaande bouwwerken – vallend onder gevolgklasse 1 – zullen na invoering van de Wkb dus niet direct onder het nieuwe regime vallen:

  • verandering aan een bouwwerk indien de constructie wijzigt. Wijzigingen van de constructie in combinatie met een vergunningvrije activiteit – denk aan een doorbraak tbv een aanbouw – zijn en blijven overigens vergunningvrij.
  • een verbouwing waarbij de indeling in brandcompartimenten wordt gewijzigd.
  • het meerlaags bijbehorende bouwwerk
  • het bijbehorende bouwwerk hoger dan 5 meter
  • het niet op de grond staande bijbehorende bouwwerk (zoals bijvoorbeeld een dakopbouw)

Voor alle gevallen hiervoor geldt dat ze wel onder het stelsel vallen indien sprake is van seriematige aanpak. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar het op 4 maart 2015 gepubliceerde bericht “De onderkant van gevolgklasse 1“, waarin een en ander wordt toegelicht.

Ministerraad stemt in met wetsvoorstel Kwaliteitsborging

Sterkere positie voor opdrachtgever in de bouw

 

Opdrachtgevers krijgen een sterkere positie bij eenvoudige nieuwbouw en seriematige verbouw. De aannemer blijft na oplevering aansprakelijk voor zichtbare en verborgen gebreken. Marktpartijen zijn voortaan zelf verantwoordelijk voor kwaliteitsbewaking en zorgen dat het bouwwerk aan de wettelijke eisen voldoet. De controle op de bouwkwaliteit wordt zo sneller en goedkoper. Daarnaast krijgt de opdrachtgever, zowel een particulier als een bedrijf, één aanspreekpunt.

Het huidige systeem van kwaliteitsbewaking was aan herziening toe vanwege toenemende complexiteit in de bouw, de noodzaak tot positieve prikkels voor bouwpartijen en een onheldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden. De ministerraad heeft op voorstel van minister Blok voor Wonen en Rijksdienst ingestemd met het wetsvoorstel ‘kwaliteitsborging voor het bouwen’.

Sterkere positie opdrachtgevers

Nieuw is dat de aannemer ook na de oplevering wettelijk aansprakelijk is voor gebreken aan het bouwwerk die aan hem zijn toe te rekenen. Anders dan nu is de aannemer in het nieuwe systeem niet alleen aansprakelijk voor verborgen, maar ook zichtbare gebreken die bij een oplevering door de opdrachtgever opgemerkt hadden kunnen worden. Hierover zijn met particuliere opdrachtgevers geen afwijkende afspraken toegestaan. Aannemers, krijgen verder de plicht om hun opdrachtgever te informeren of en hoe zij verzekerd zijn voor risico’s bij een faillissement van het bedrijf en voor gebreken tijdens de bouw en daarna.

Als de laatste termijn van de aanneemsom (maximaal 5%) in depot is gestort bij de notaris, keert deze het depotbedrag na in werkingtreding van de wet pas uit als aan twee voorwaarden is voldaan. De notaris moet een schriftelijk bewijs van de aannemer ontvangen dat hij de opdrachtgever heeft gewezen op zijn opschortingsrecht en de opdrachtgever niet heeft aangegeven dat hij van zijn opschortingsrecht gebruik wil maken. Hiermee verdwijnt het automatisme dat de notaris het depotbedrag drie maanden na oplevering uitbetaalt aan de aannemer als hij niets van de opdrachtgever heeft vernomen. Met deze maatregelen wordt de positie van de opdrachtgever sterker tegenover de aannemer.

Nieuwe methodes voor kwaliteitsbewaking

Bij het afgeven van een vergunning voor nieuwbouw of seriematige verbouw hoeft de gemeente in de toekomst niet meer te kijken naar bouwtechnische aspecten en controles uit te voeren tijdens de bouw. In plaats daarvan komt een nieuw systeem van kwaliteitsbewaking waarin marktpartijen zorgen dat aan de wettelijke eisen wordt voldaan.

Marktpartijen in de bouw moeten zelf methodes ontwikkelen voor voorgestelde kwaliteitsbewaking zodat aannemers zich houden aan de bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit, bijvoorbeeld via erkenning of certificering. Een onafhankelijke publieke toelatingsorganisatie zal beoordelen of een methode voldoet.

De gemeente blijft bij het afgeven van een vergunning voor het bouwen wel kijken naar de locale welstandseisen, het bestemmingsplan en de veiligheid voor de omgeving. Ook controleert de gemeente of de aannemer werkt met een goedgekeurde methode voor kwaliteitsbewaking.

Eerst nieuwbouw en seriematige verbouw

Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel vanaf 2016 stapsgewijs ingaat. Begonnen wordt met eenvoudige nieuwbouw en seriematige verbouw. De komende tijd zal worden gewerkt aan verdere uitwerking van het nieuwe systeem en zullen partijen worden gestimuleerd om al vast met kwaliteitsbewaking aan de slag te gaan. Zo wordt ervaring opgedaan. Later volgt uitbreiding van het systeem naar andere meer complexe bouwwerken.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Gevolgklasse 1 gedefinieerd

Na overleg met de stuurgroep Kwaliteitsborging en op advies van iBK heeft het ministerie van BZK de conceptdefinitie vastgelegd voor Gevolgklasse 1. Pas na politieke besluitvorming is de indeling in klassen definitief. Aangezien er een brede mate van overeenstemming is over de conceptdefinitie is het de verwachting dat met deze Gevolgklasse 1 een start zal worden gemaakt met het nieuwe stelsel voor Kwaliteitsborging in de bouw.

Tot gevolgklasse 1 wordt gerekend bouwen en verbouwen van vergunningplichtige bouwwerken die behoren tot consequence class 1 als bedoeld in de Eurocodes, voor zover voor het gebruik van die bouwwerken geen melding of vergunning brandveilig gebruik nodig is en de hoogte niet meer dan 20 meter is. Tevens mag geen sprake zijn van een gelijkwaardige oplossing met betrekking tot constructieve veiligheid of brandveiligheid. Het veranderen van bouwwerken die onder een hogere gevolgklasse vallen is toegestaan onder gevolgklasse 1, indien het volume van die bouwwerken niet toeneemt, de hoofddraagconstructie niet wordt gewijzigd en het veranderen niet tot gevolg heeft dat een (nieuwe) melding brandveiligheid gebruik moet worden gedaan of een (nieuwe) vergunning brandveilig gebruik moet worden aangevraagd.

Lees de onderbouwing van de Gevolgklasse en de volledige definitie in het memo Beschrijving Gevolgklassen en definitie Gevolgklasse 1

 

Een nagekomen reactie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit

Ondanks het sluiten van de reactietermijn op 15 september jl. heeft de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen de Federatie Welstand) haar commentaar op wetsvoorstel alsnog aan BZK toegezonden. Daar waar nu in goed overleg wordt bepaald waar afwijking van de voorschriften van het Bouwbesluit van het monument noodzakelijk en vanuit het oogpunt van veiligheid mogelijk is, voorziet de Federatie in het nieuwe stelsel problemen. In het ergste geval het stilvallen van de renovatiemarkt door het ontbreken van deze afstemming tussen de twee toestemmingen ‘bouwen’ en ‘monumenten’.

De  reactie van de Federatie ruimtelijke kwaliteit is hier te lezen