Nieuwbouw in Amsterdam via private kwaliteitsborging

ZeeburgereilandInformatie & documentatie

Het project
Op donderdag 20 februari 2014 hebben de Alliantie en de gemeente Amsterdam een samenwerkingsovereenkomst ondertekend voor de eerste nieuwbouw op het Zeeburgereiland. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt om dit project aan te melden als kopgroep project voor private kwaliteitsborging in de bouw.

Met de ondertekening is een belangrijke stap gezet theo koomenin de verdere ontwikkeling van Zeeburgereiland. Het door de Alliantie en gemeente gemaakte plan voorziet in de bouw van minimaal 460 woningen aan de westzijde van het terrein van de voormalige rioolwaterzuivering, de Theo Koomenbuurt.

 Samenwerken, flexibiliteit en sneller bouwen
De Alliantie en de gemeente werken met een ambitieuze planning. Vereenvoudiging en flexibiliteit zijn nodig om deze planning te halen. Toepassing van de systematiek van de private kwaliteitsborging kan deze vereenvoudiging en flexibiliteit bieden. De bouwtechnische toets en het bijhorende toezicht wordt bij dit project in opdracht van de Alliantie uitgevoerd door de private partij Interconcept. Interconcept maakt hierbij gebruik van de uitgangspunten van TIS BB. Voor alle partijen is dit project een goede gelegenheid om ervaring op te doen met de toekomstige regelgeving en zodoende hierop te anticiperen.

De voorbereiding en doorlooptijd van de vergunningsaanvraag kan aanzienlijk versneld worden doordat de bouwtechnische toets gelijktijdig met het ontwerpen plaatsvindt. Binnen drie weken na indiening wordt de vergunning afgegeven. Maar ook tijdens de bouw kunnen aanpassingen aan het ontwerp direct getoetst en uitgevoerd worden. De gezamenlijke doelstelling is om door middel van een integrale samenwerking de omgevingsaanvragen en toezichtstaken efficiënt, kwalitatief meetbaar, versneld en uiteindelijk kostenreducerend te laten verlopen.

Verder is er in plaats van een stedenbouwkundig plan een stedenbouwkundig frame opgesteld. Dit is in feite een flexibel stedenbouwkundig plan, waarin de kwaliteit van de locatie en de openbare ruimten centraal staan en er tegelijkertijd ruimte overblijft voor de ontwikkeling van de woningen. Het biedt flexibiliteit voor de ontwikkeling van de woningen en daardoor ook de mogelijkheid in te spelen op veranderingen in de woningmarkt. Het bestemmingsplan en de welstandscriteria en met bijhorende proces zijn daarop aangepast.

Heldere en beter verantwoordelijkheidsverdeling
Amsterdam wil de transitie maken naar een faciliterende overheid met een heldere en betere verantwoordelijkheidsverdeling tussen markt en overheid. Het huidige politieke en bestuurlijke systeem is gebaseerd op controle en veel minder op vertrouwen. Amsterdam wil niet zelf organiseren en ontwerpen, maar de uitvoering van private- en burgerinitiatieven vergemakkelijken en zorg dragen voor, beperkte- passende wet- en regelgeving en handhaving, met wederzijdse inspanningsverplichtingen. Private kwaliteitsborging is een instrument om dit te bereiken. Je kan ontdubbelen, de regeldruk terugdringen, de administratieve lasten verlichten en sneller werken.

Dit unieke project vraagt om een unieke aanpak. Deze unieke aanpak wordt mogelijk gemaakt binnen een nieuwe manier van werken en de integrale samenwerking tussen de Alliantie, gemeente Amsterdam en Interconcept.

Meer informatie? Neem contact op via het webformulier of mail met Tessa Meijer van de gemeente Amsterdam (T.meijer@oost.amsterdam.nl).

Verbetering kwaliteitsborging in de bouw – niet van vandaag op morgen….

Op 8 april 2016 heeft minister Blok van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn plannen over verbetering van de kwaliteitsborging in de bouw aan de Tweede Kamer toegestuurd en op 21 februari 2017 heeft de TWeede Kamer de plannen goedgekeurd. In die plannen krijgt private kwaliteitsborging een prominente rol. Voor sommigen lijkt dit een verrassing te zijn! De plannen rondom private kwaliteitsborging zijn echter niet nieuw en ook ver voor het rapport van de Commissie Dekker hadden achtereenvolgende regeringen plannen om private kwaliteitsborging in te voeren. Een klein historisch overzicht….

MDW-werkgroep Bouwregelgeving en de Agenda Bouwregelgeving 2002-2006

Eind vorige eeuw wordt – onder meer vanuit het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB) – van diverse kanten de vraag gesteld of het niet anders kan met de vergunningverlening rondom het bouwen. Om deze vraag te beantwoorden is voor dit onderwerp een zogenoemd Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (MWD) werkgroep ingesteld. Het doel van de MWD-projecten was het verlagen van lasten van burgers en bedrijfsleven en het verbeteren van de bestaande wetgeving, onder meer door het stimuleren van marktwerking.

De MDW-werkgroep Bouwregelgeving komt in het voorjaar van 1997 met haar 72 pagina’s tellende eindrapportage. Het rapport bevat adviezen op het gebied van vereenvoudiging van vergunningprocedures, het schrappen van voorschriften, de uitbreiding van het vergunningvrij bouwen en certificering als instrument om de lastendruk te verlagen. Over dat laatste onderwerp stelt het kabinet in augustus 1997 in een schriftelijke reactie aan de Tweede Kamer:

In de MDW-rapportage wordt voorgesteld de vergunningprocedure verder te ontlasten door de mogelijkheden tot vrijwillige procescertificering in de wetgeving te verankeren. Het Kabinet deelt de visie uit het rapport dat dit de lasten voor de gemeente en de vergunningvrager kan verlichten en de vergunningverlening kan versnellen. De verlichting treedt met name op omdat bij gebruik van een gecertificeerde organisatie voor het ontwerp de preventieve bouwtechnische toets niet langer noodzakelijk is en dus de verkorte vergunningplichtige procedure van toepassing is. Randvoorwaarde is dat de huidige groepen bouwers en ontwerpers en potentieel toetredende nieuwe groepen in voldoende mate toegang tot de markt behouden, ook wanneer hun ontwerp niet gecertificeerd is. Binnen deze randvoorwaarden, die mede voortvloeien uit het kabinets- standpunt over het MDW-rapport Normalisatie en certificatie is het Kabinet bereid om in nauwe samenspraak met de bouwpraktijk de aanbevelingen van de werkgroep nader uit te werken. Een hiertoe strekkend wijzigingsvoorstel van de Woningwet zal nog dit jaar worden voorbereid.

Bouwregelgeving 2002-2006Tot een wetsvoorstel is het in 1997 niet gekomen. De ideeën die op dit gebied in de jaren daarna zijn ontwikkeld – onder meer via een toekomstvisie van het OPB op de bouwregelgeving (december 2000) en een onderzoek van OTB naar Herregulering en stroomlijning van de bouwvergunningprocedures – zijn pas terug te vinden in de Agenda Bouwregelgeving 2002-2006. In deze brief – bedoeld voor de periode tot 2006 – zijn alle plannen van de afgelopen jaren terug te lezen. Van het landelijk uniformeren van de regels voor brandveilig gebruik (2008) tot aan de Wabo (2010) (toen nog ‘Bouwwet’ genoemd) en van een grotere rol van de consument (toen nog ‘burger’ genoemd) tot private kwaliteitsborging (2015?). Het heeft allemaal langer geduurd dan verwacht…

Ideeën private kwaliteitsborging niet nieuw

Veel van de nu nog bestaande ideeën die nu wederom voorliggen in de Tweede Kamer komen voort uit de brief uit 2002. Zo valt te lezen over de keuze tussen publiek of privaat als het gaat om de preventieve toets:

“Gedacht wordt aan het bieden van de keuzemogelijkheid aan de burger om de bouwtechnische toets in het kader van de bouwvergunningprocedure en het feitelijk toezicht tijdens de bouw hetzij op de «traditionele » manier door de gemeente, hetzij via geaccrediteerde certificering te laten verlopen (= vrijwillige certificering), waarbij dit ook tot uitdrukking zou kunnen komen in de hoogte van de verschuldigde bouwleges.”

Ook het “as-built” dossier uit de Routekaart private kwaliteitsborging wordt in deze “actieagenda” al genoemd:

“Vanuit de optiek van de bouwregelgeving bezien, is de waarde van zo’n gebouwdossier met name dat een accuraat beeld ontstaat over de feitelijke technische kwaliteit van een bouwwerk ten tijde van de oplevering en tijdens het gebruik […]. Die informatie kan tegelijkertijd dienen als grondslag voor een oordeel over het wel/niet voldoen van dat bouwwerk aan de daarop betrekking hebbende technische bouwvoorschriften.”

Pilots

In de Agenda wordt aangekondigd dat er een richtlijn ontwikkeld zou worden om te komen tot een gecertificeerde Bouwbesluittoets en dat deze richtlijn vervolgens zou worden beproefd. Op het moment van schrijven van de Agenda was VROM hier feitelijk al mee bezig. In 2000 was een eerste opdracht gegeven aan OTB om te komen met een voorstel hoe te komen tot een gecertificeerde Bouwbesluittoets. In de periode 2000-2002 is door OTB – samen met SKW-certificatie en een begeleidingscommissie van onder meer VROM en diverse marktpartijen – gewerkt aan een beoordelingsrichtlijn voor de toets aan het Bouwbesluit: de latere BRL 5019. Begin 2003 werd door VROM een plan van aanpak aan het OPB voorgelegd voor uitvoeren van een grootschalig pilotonderzoek met de nieuwe beoordelingsrichtlijn. Het onderzoek bestond uiteindelijk uit drie onderdelen:

  1. Een test van de beoordelingsrichtlijn door 25 deelnemende bedrijven en gemeenten. Resultaat van dit deel van de test was dat private partijen zeer goed in staat zijn om de toets aan het Bouwbesluit uit te voeren en dat de BRL 5019 daartoe een geëigend instrument is.Gemeentehuis Dalfsen (Foto website BBN)
  2. Een test met een drietal ‘live’ projecten, waarbij gemeenten en private bedrijven gezamenlijk de projecten beoordeelden. Ook dit deel van de pilot was succesvol. Deelnemende toetsers en gemeenten bleken goed samen te werken en de toetsresultaten kwamen goed overeen. Op de afbeelding hiernaast het nieuwe gemeentehuis  van Dalfsen; één van de pilotobjecten (lees het evaluatieverslag).
  3. Een tweetal ‘certificeringsklasjes’ als test in hoeverre ook kleine adviesbureaus en aannemers gecertificeerd zouden kunnen worden. Dit deel van de proef – waarover niet is gerapporteerd in de hiervoor genoemde brief – bleek minder succesvol: voor kleine bedrijven bleek certificatie complex en (te) duur.

De resultaten van de pilots zijn in 2007 schriftelijk aan de Tweede Kamer medegedeeld met als conclusie van de toenmalige Minister voor Wonen, Wijken en Integratie Vogelaar:

“Binnenkort kan worden gestart met het in kaart brengen van de wijze waarop certificering kan worden verankerd in de Woningwet. Voor alle duidelijkheid: de wettelijke verplichting strekt niet tot een verplicht gebruik maar een verplichte acceptatie door de gemeente in het geval dat aanvrager zijn bouwaanvraag onder certificaat indient. Het doel is om certificering als volwaardig alternatief naast de bouwplantoets door de gemeente mogelijk te maken. Bij de uitwerking van de wettelijke implementatie zullen enkele vraagpunten worden meegenomen, zoals de vraag wat de effecten zijn van de invoering van de gecertificeerde bouwplantoets op de handhaving en de overige wettelijke taken van de gemeente en de gevolgen voor de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid conform het OPB-advies. Voorjaar 2008 wordt aan uw Kamer gerapporteerd over de mogelijke wijze van wettelijke implementatie. Na akkoord zal het wetsvoorstel hiertoe worden aangeboden aan de Tweede Kamer.”

intentieverklaring

Het hoogtepunt van het project was het congres 15 jaar Bouwbesluit op 25 september 2007. De Vereniging Bouw- en

Woningtoezicht Nederland, Bouwend Nederland, BNA, ONRI, Neprom, Uneto-VNI en Vereniging Eigen Huis tekende er de intentieverklaring ‘Gecertificeerde Bouwbesluittoets’. Tevens werden de eerste certificaten BRL 5019 uitgereikt.
Nederland was klaar voor private kwaliteitsborging zo leek het…

En toen verder…

certificaten

De eerste certificaathouders: Van links naar rechts: Peter Tinga van Stroop raadgevende ingenieurs bv, Ad van der Aa van Cauberg-Huygen, minister Ella Vogelaar van WWI, Joop Petit van Satijn Plus Architecten en Harry Nieman van Adviesburo Nieman.

Tot een wetsvoorstel is het – onder meer door snel opeenvolgende wisselingen van regeringen en ministers die over de bouwregelgeving gingen – niet gekomen. In 2008 kwam de Commissie Dekker met haar rapport waarin ze de voorstellen van Vogelaar bevestigde. De pilots liepen door, alhoewel proble

men met de accreditatie en crisis tot gevolg hadden dat het project – net als de rest van de bouw – grotendeels stil kwam te liggen. Een enkele bedrijf ging door met de gecertificeerde Bouwbesluittoets en ca. 15 gemeenten gaven ook daadwerkelijk korting op de leges maar dat was het dan ook.

Tenslotte

Pas met het Kabinet Rutte I werd een doorstart gemaakt met private kwaliteitsborging. Volgend op de afspraak in het Regeerakkoord de adviezen van de Commissie Dekker uit te voeren kwam Minister Donner op 15 december 2011 met de brief die door de Vereniging Bouwtoezicht Nederland de “Donnerslag bij heldere hemel” werd genoemd. De rest is – evenals het wetsvoorstel dat Staatsecretatis Tommel al in 1997 aan de Tweede Kamer toezegde – geschiedenis….

En vervolgens…

Inmiddels is de planning dat de Wkb – ruim 20 jaar na het oorspronkelijke initiatief – in 2022 wordt ingevoerd. Meer over het verloop van het wetstraject is te lezen op deze pagina.

Kwaliteit geborgd via het Keurmerk Stichting Garantiewoning

Op 1 oktober 2014 is het experiment gestart waarbij grondgebonden nieuwbouwwoningen die een Keurmerk hebben van de Stichting Garantiewoning niet meer door de gemeente vooraf getoetst worden aan het Bouwbesluit 2012. Het experiment kent een wettelijke status op grond van de experimentenregeling van de Crisis- en Herstelwet. Het Keurmerk, dat wordt verstrekt door Woningborg, SWK en Bouwgarant, garandeert dat een woning voldoet aan het Bouwbesluit 2012. In aanvulling daarop moeten woningen met het Keurmerk ook voldoen aan de eisen van ‘goed en deugdelijk werk’ en worden gebreken hersteld als een aannemer dit zelf niet wil of niet meer kan (bij faillissement). Alle eisen waaraan een dergelijke woning moet voldoen zijn hier te lezen. Een juridische verhandeling over goed en deugdelijk werk – gepubliceerd in het Tijdschrift voor Bouwrecht 2012/28 – is te lezen via deze link.

Het experiment loopt in de gemeenten Eindhoven, Rotterdam, Delft, Den Haag en Sint Anthonius. Meer informatie:

Erkenningsregeling Kleine Bouwwerken: Publiek private samenwerking (ver)bouwen in Deventer

Deventer

Partijen hebben besloten om de Erkenningsregeling kleine bouwwerken niet verder door te zetten

Informatie en documentatie:

Het is de bestuurlijke wens en ambitie van de gemeente Deventer om de behandeling van aanvragen omgevingsvergunning activiteit (ver)bouwen op een andere manier te organiseren. Het betreft dan vooral de kleinere aanvragen (voor zover zij nog vergunningplichtig zijn), die het grootste deel van het werkaanbod vormen. De gemeente wil zich op dit moment al ten aanzien van het deel van de bouwkwaliteit “terugtrekken” door diverse werkzaamheden aan de markt over te laten. Het betreft dan de toets aan de voorschriften van het Bouwbesluit en het toezicht op de uitvoering van technische werkzaamheden. Het gemeentelijke uitgangspunt is als volgt: als een architect of aannemer met een bouwplan bezig is en deze zijn werk goed doet, dan is het niet efficiënt en effectief dat de gemeente ook nog eens onderdelen beoordeelt.

De gemeente Deventer wil op de landelijke ontwikkeling inzake privatisering van het bouwtoezicht i.c. private kwaliteitsborging vooruitlopen. Zij wil aan deze ontwikkeling een bijdrage leveren en heeft hiervoor de handen op elkaar gekregen van diverse private partijen, die regelmatig in Deventer betrokken zijn bij (ver)bouwactiviteiten.

Er wordt inmiddels gewerkt aan een erkenningsregeling voor veel voorkomende kleine bouwwerken. Deze regeling is een allesomvattend systeem dat binnen het private domein moet gaan functioneren. Belangrijke elementen van de regeling zijn een kwaliteitsrichtlijn voor het gerede bouwwerk, een onafhankelijke beheerorganisatie, borgings- en sanctiemechanismen, een informatiesysteem en een private en publieke toepassingsleidraad. Het doel is om de erkenningsregeling een landelijk karakter te geven en straks door de landelijke toelatingsorganisatie te laten beoordelen. Diverse gemeenten hebben interesse getoond, private partijen worden geïnformeerd.

Bij gebruikmaking van een opdrachtgever van een private partij die werkt volgens de erkenningsregeling geeft de gemeente alleen een ruimtelijke vergunning af en houdt hier toezicht op. Private partijen zorgen via deze richtlijn voor eigen kwaliteitsborging bij de technische toetsing van het bouwtechnische deel en het toezicht hierop. Er komen op basis van de erkenningsregeling nieuw contactmomenten tussen de gemeente en private partijen. Zolang sprake is van een duaal stelsel hanteert de gemeente ook het niveau zoals afgesproken in de erkenningsregeling. Met andere woorden, van de private sector wordt verwacht dat zij zonder toetsing en toezicht van gemeentewege op het technische deel hun verantwoordelijkheid oppakken. Opdrachtgever en bedrijven moeten gezamenlijk hieraan vorm en inhoud geven. De gemeente is voor opdrachtgever en bedrijven geen stok meer achter de deur. De erkenningsregeling richt zich op kleinere aanvragen. In het project wordt expliciet aandacht besteed aan de factoren, die als vliegwiel kunnen fungeren voor het omarmen van de erkenningsregeling door private partijen: leges, doorlooptijd behandeling, gemak van indiening en vermindering van administratieve lasten.

Nu al starten met pilots?

th_nieuws_privatisering-BWTErvaring opdoen met bestaande instrumenten en beproeven van nieuwe instrumenten is noodzakelijk om in 2015 met een goed stelsel van private kwaliteitsborging van start te kunnen gaan. Via Projecten houden we u op de hoogte over pilots en experimenten en kunt u ook zelf uw experiment aanmelden. U kunt op deze pagina tevens informatie vinden over de mogelijkheden om binnen de huidige wetgeving al te werken met private kwaliteitsborging en over de eisen waaraan instrumenten moeten voldoen.