Gelijkwaardigheid in het nieuwe stelsel

gelijkwaardigheidOnderdeel van de voorschriften in het Bouwbesluit is het kunnen toepassen van gelijkwaardige oplossingen. In het huidige stelsel beoordelen burgemeester en wethouders (het bevoegd gezag) of een bouwplan voldoet aan het Bouwbesluit en nemen daarbij eventuele – impliciete of expliciete – gelijkwaardige oplossingen mee. Advies 10 van het Instituut voor Bouwkwaliteit geeft aan hoe gelijkwaardigheid in het nieuwe stelsel zou kunnen worden vormgegeven. Op 25 september 2015 is het advies ter advies aan de Stuurgroep Kwaliteitsborging voor gelegd. Vragen en opmerkingen naar aanleiding van het advies kunt u via de contactpagina aan ons doen toekomen.

Versie 2 van het Advies 2015-10 Gelijkwaardigheid onder het nieuwe stelsel is hier te lezen. In deze versie is het College Gelijkwaardigheid Energieprestatie toegelicht aangezien dat in de eerdere versie niet klopte. Tevens is samengevat wat de positieve effecten van de voorgestelde werkwijze in het nieuwe stelsel zijn.

EKB: “Operationeel, maar nog te weinig deelnemers”

EKBRecent is EKB – bulletin nummer 3 verschenen. Het bulletin bevat een verslag van de vorderingen van de Erkenningsregeling kleine bouwwerken (zie dossier EKB voor meer informatie). De EKB is inmiddels operationeel en klaar voor gebruik. Helaas blijven de ervaringen met de EKB nog achter bij de verwachtingen. Naast een gering aantal bouwprojecten in de gemeente Deventer, blijkt ook de afwachtende houding van bouwers en opdrachtgevers debet aan het geringe aantal projecten dat tot nu toe met de EKB is uitgevoerd.

Met het op afzienbare termijn toezenden van de wet aan de Tweede Kamer en een beoogde inwerkingtreding van 1 januari 2017 is het inmiddels toch wel verstandig om te starten met het ervaring opdoen met instrumenten voor kwaliteitsborging. Het EKB is een kant en klaar instrument waarmee nu al gestart kan worden. Waarom nog wachten? Aanmelden via f.fijen@bmsonline.nl.

“Kwaliteitsborging als verdienmodel in de bouw”

Op 20 oktober organiseert Cobouw in samenwerking met Ligthart Advies en Next Step Management een symposium over de kansen die de Wet kwaliteitsborging bouwers biedt. Sprekers zijn onder meer Bart Nooteboom emeritus hoogleraar Economie en bedrijfswetenschappen, Johan Riezebos van Ter Steege bouw en vastgoed en Rob Mulder van Vereniging Eigen Huis.

Het centrale thema van het congres is ‘compliance’: zelf de regie nemen voor de kwaliteit!

Het programma is hieronder te zien. Inschrijven kan via de website kwaliteitsborgingvoorhetbouwen.nl

Advertentie Kwaliteitborg

Vergunningvrij bouwen tijdens de nieuwbouw

Door NEPROM 
Bij de bouw van een nieuw gebouw is het sinds 2010 op grond van de regels voor vergunningvrij bouwen geoorloofd om direct met het vergunde hoofdgebouw mee vergunningvrij dakkapellen en aan- en uitbouwen te realiseren.

Wij kregen de vraag binnen welke gevolgen dit heeft voor het aanleveren van de EPC-berekening en de EPC-norm waaraan het gebouw moet voldoen. Is dat conform nieuwbouweisen? Navraag bij het ministerie leert dat er voor de vergunningvrije delen, géén separate EPC-berekening van het uiteindelijke hoofdgebouw, inclusief vergunningvrije dakkapellen, aan- of uitbouwen overgelegd hoeft te worden. Bij de aanvraag is dan al een berekening overlegd van het gebouw waar vergunning voor wordt aangevraagd. Wel is het zo dat het hoofdgebouw samen met de aan- of uitbouw bij gereedmelding moet voldoen aan dezelfde (EPC-)eisen die gelden als wanneer die zouden zijn meegenomen bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Bij de meeste projecten zal dat gewoon om de nieuwbouwweisen gaan. In deze brochure van de Rijksoverheid vind je meer informatie.

Dit houdt dus in dat je het energie-effect van vergunningvrije opties bij een woning moet compenseren.

In de komende jaren treedt de wet kwaliteitsborging voor het bouwen in werking. Dan moet de EPC bij oplevering worden aangetoond (verwachten en hopen we). Ook dan speelt dat het energie-effect van vergunningsvrije opties bij een woning moet worden gecompenseerd.

Voor vragen of opmerkingen kun je terecht bij Claudia Bouwens (cb@lente-akkoord.nl).

De privaatrechtelijke aansprakelijkheid van de kwaliteitsborger, instrumentbeheerder en toelatingsorganisatie

Ondanks dat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen geen wijzigingen aanbrengt in het contractrecht, zal de rol van de kwaliteitsborger in het bouwproces zeker privaatrechtelijke gevolgen hebben. In Vastgoedrecht 2015-4 is een artikel van Otillie Laan hierover gepubliceerd. Het artikel beschrijft – mede op basis van schakeljurisprudentie – achtereenvolgens de rollen van alle betrokken partijen. Daar waar een contractuele relatie bestaat tussen partijen bestaat (vergunninghouder – kwaliteitsborger), is ook sprake van een directe aansprakelijkheid bij wanprestatie. Echter ook het onvoldoende controleren van de kwaliteit van de kwaliteitsborger (KB) door de instrumentaanbieder (IA) kan naar de mening van Laan een onrechtmatige daad jegens de vergunninghouder zijn.

Het artikel eindigt met de conclusie dat de wetgever zich niet of onvoldoende van bewust is dat de introductie van de KB en de IA in het private speelveld wel eens nadelig kan uitpakken voor de opdrachtgever. De vraag is of deze conclusie terecht is. Niet alleen beoogde de wetgever geen wijzigingen in het contractrecht, uit het artikel valt ook af te leiden dat het probleem zich zal voordoen als partijen niets aanpassen in hun huidige contractuele afspraken.

De conclusie zou dan ook vooral een oproep moeten zijn aan opdrachtgevers om eens goed te kijken naar de voorwaarden waaronder ze nu opdrachten verstrekken. Niet de wetgever moet zich hiervan bewust zijn, de bouw zelf moet eens goed naar kijken de privaatrechtelijke gevolgen!

Het artikel is hier te lezen.

“Steek tijd en energie in het verbeteren van de bouwkwaliteit”

Binnen niet al te lange gaat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen naar de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel is – op basis van de commentaren die op de consultatieversie zijn binnengekomen – ten opzicht van de consultatieversie van een jaar geleden op een aantal punten aangepast. In Eigen Huis Magazine van september 2015 geeft Rob Mulder, Directeur Kennis & Belangenbehartiging van Vereniging Eigen Huis (VEH) zijn visie op deze wijzigingen.

Eigen Huis is van mening dat de lobby van de bouwsector heeft geleid tot een voor de consument slechter wetsvoorstel. Met name het weer terugbrengen van het opschortingsrecht van 15 naar 3 maanden is volgens Mulder geen goed nieuws voor de consument. Het weerwoord van de bouwsector is vooral dat de voorgestelde wijzigingen tot een toename van de kosten zouden leiden en tot minder stimulans om gebreken snel te herstellen.

Mulder sluit het artikel af met de opmerking dat ‘de bouwsector beter tijd en energie had kunnen steken in het luisteren naar de klant en het verbeteren van de bouwkwaliteit’ dan in de lobby richting het ministerie. Laten we hopen dat ze dat – zodra de wet naar de Tweede Kamer is – alsnog gaan doen!

Het artikel uit Eigen Huis Magazine is hier te lezen.

“Milieuprestatieberekening in private en publieke regelgeving geworteld”

Op de website van de Stichting Bouwkwaliteit is een reactie gepubliceerd op het artikel Stichting Bouwkwaliteit besteedt Milieudatabase uit, dat op 25 augustus in Cobouw is gepubliceerd. In de reactie wordt de suggestie tegengesproken dat er de afgelopen niets is gedaan aan de implementatie van de Nationale Milieudatabase. SBK benadrukt in het artikel dat het verschuiven van de werkzaamheden uit het oogpunt van efficiëntie heeft plaatsgevonden.

De reactie is hier te lezen.

 

 

 

“Constructieberekening en EPC pas later indienen”

Hoe verandert het nieuwe stelsel van private kwaliteitsborging het bouwproces? Vakblad Aannemer kijkt mee bij een project van negen woningen dat wordt uitgevoerd in het kader van het experiment Crisis- en herstelwet voor grondgebonden woningen. In een tweede artikel in de reeks een gesprek over kwaliteitsborging bij Aannemingsbedrijf Lamers in Veldhoven. Onderwerp van gesprek is de gewijzigde aanpak nu niet de gemeente de plannen toetst maar Bouwgarant zorgt voor de kwaliteitsborging. Voor Lamers kent het stelsel voor- en nadelen. Een deel van de te maken kosten kunnen naar achter in het proces worden verschoven wat de kosten drukt. Aan de andere kant wordt er nog meer op het bordje van de aannemer neergelegd.

Of de voordelen of de nadelen de doorslag krijgen moeten blijken uit de verdere verloop van het project en met name uit toekomstige projecten.

Het gehele artikel is te lezen op de website van Aannemer. Het eerste artikel uit de serie is hier te lezen.