marktinitiatieven: Jaarcongres VTH – 23 november 2017

Download hier het volledige programma

Blog: Meer kwaliteit, ook zonder Wkb

Hoe je méér bouwkwaliteit krijgt (ook zonder de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen)

Dit artikel is geschreven door Ottilie Laan en gepubliceerd op De Bouwadvocaat

‘Madonna, what have I done?’

‘Are we really going down? I don’t understand’ schreeuwde kapitein Mario Schettino.

Op dat moment sloegen de rotsen Isole Le Scole een gigantisch gat in de romp van de Costa Concordia. Een kwartier later kapseisde het cruiseschip in ondiep water net buiten de haven van Giglio. Kapitein Mario Schettino bracht een zeemansgroet. De rotsen zag hij over het hoofd. Ze stonden niet op de kaart, zei hij. In werkelijkheid staan ze er wel op. Èn steken ze duidelijk boven het water uit.

Zo ging het ook met het wetsvoorstel voor de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen.

Wat regelt Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen?

In dit wetsvoorstel zorgt de bouw zelf voor meer bouwkwaliteit en een betere positie van de bouwconsument. Private kwaliteitsborgers toetsen bouwplannen vooraf en houden toezicht tijdens de bouw. De aannemer is eerder aansprakelijk. Ondertussen blijven gemeenten verplicht om te handhaven als een bouwwerk na de oplevering niet voldoet aan de voorschriften.

Waarom is de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen in het zicht van de haven gestrand?

Tijdens het debat vergeleek Minister Plasterk het bouwen van een bouwwerk met het kopen van een auto bij de dealer. Als de auto niet goed is, ga je terug naar de dealer. Als het bouwwerk niet goed is, ga je terug naar de aannemer. Die vergelijking gaat mank.

Lees meer…

Redactioneel IBR: “Eisen van goed en deugdelijk werk”

Bron: Instituut voor Bouwrecht (www.ibrtracker.nl), 29-08-2017

Redactioneel: Eisen van goed en deugdelijk werk en de verplichting tot leveren van handleiding voor gebruik en onderhoud

Inmiddels zal iedereen op de hoogte zijn van het voorlopig stilliggen van de behandeling van de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen. Toch blijven de in de wet geregelde onderwerpen actueel. Eén van de onderwerpen die bij deze wet een rol speelt is het zogenaamde opleverdossier voor de consument. Dat het onderwerp leeft in de bouwpraktijk, blijkt ook uit een recente uitspraak van de Raad van Arbitrage die hieronder door mr. dr. E.M. Bruggeman wordt besproken.

Het opleverdossier in de Wet kwaliteitsborging
Over het opleverdossier is al veel geschreven in TBR en in dit medium.1 Ik houd het daarom kort. In de Memorie van Toelichting werd al aangegeven dat de wens tot introductie van een dergelijk dossier leefde, maar was de levering ervan door de aannemer niet verplicht gesteld middels een (dwingendrechtelijke) bepaling.2 Met het aannemen van amendement nr. 17 wilde de Tweede Kamer toch een bepaling wijden aan dat dossier (art. 7:757a BW). In het dossier wordt o.a. aan de opdrachtgever informatie verstrekt die hem inzicht zou moeten geven in wat nu daadwerkelijk is geleverd. Voor de volledigheid: het nieuw in te voeren artikel is niet van dwingend recht, dus partijen kunnen te allen tijde overeenkomen dat geen dossier, of een dossier met andere inhoud dan genoemd in het artikel, wordt geleverd.3

De te leveren informatie en bescheiden genoemd in het wetsartikel, zijn niet allemaal even duidelijk omschreven, maar onder b is wel opgenomen dat ook gegevens en bescheiden die nodig zijn voor gebruik en onderhoud van het bouwwerk geleverd moeten worden.

Dit is, in tegenstelling tot een aantal andere in het artikel genoemde punten, een redelijk concreet onderdeel van het voorstel. En het valt uit consumentrechtelijk oogpunt toe te juichen. Voor verkrijgers is informatie voor gebruik en onderhoud van hun woning uiteraard van essentieel belang om zo (onnodige) schade of vroegtijdige slijtage door onjuist gebruik of onjuist onderhoud, te voorkomen. Zeker voor het de Cv-ketel, de afwasmachine, ingewikkelde Warmte-terugwin-installaties (WTW), warmte-koude-opslag-installaties (WKO) en domotica-systemen is het ontvangen van een goede handleiding essentieel.

De Bouwpraktijk
De Raad van Arbitrage deed onlangs een interessante uitspraak over de vraag of op aannemers de verplichting tot het leveren van een goede handleiding en andere informatie nodig voor het onderhoud, niet (al) rust op grond van de eisen van goed en deugdelijk werk. Het gaat om RvA 6 juli 2017, No. 80.966.

Aannemer heeft de woning van verkrijgers gebouwd op basis van een aannemingsovereenkomst (projectmatige bouw) voor eengezinshuizen met toepassing van de Woningborg garantie- en waarborgregeling overeenkomstig het Woningborg model van januari 2010.

De overeenkomst is gedateerd op 10 september 2010. In de overeenkomst heeft aannemer zich jegens verkrijgers verbonden conform de betreffende technische omschrijving en tekening(en) en voor zover aanwezig staten van wijziging de woning (af) te bouwen naar de eisen van goed en deugdelijk werk met inachtneming van de voorschriften van overheid en nutsbedrijven. Bij de overeenkomst zit een technische omschrijving. In die technische omschrijving is een uitgebreide passage opgenomen over de eigenschappen van de Warmte- en Koude Opslag Installatie (WKO).

Bij de Raad van Arbitrage klagen verkrijgers, zeer kort samengevat, dat de WKO-installatie niet is uitgevoerd en functioneert zoals zij op basis van de technische omschrijving en de eisen van goed en deugdelijk werk mochten verwachten en niet goed is ingeregeld. Voorts voegen zij daar ter zitting aan toe dat aannemer schriftelijke specificaties, gebruiks-instructies en handleidingen moet verstrekken van het systeem dat is aangebracht (onder 1.5 van de uitspraak). In de memorie van eis is toegelicht dat aanneemster bij haar pogingen de klachten over de WKO te verhelpen wijzigingen in de aansturing daarvan heeft aangebracht die niet zijn omschreven in het onderdeel van de technische omschrijving dat ingaat op de WKO. Verkrijgers verlangen dat aannemer hen schriftelijke specificaties van de aangebrachte installatie-onderdelen met gebruiksinstructies en handleidingen verschaft.

In rov. 21 komt de Raad tot het oordeel dat de verkrijgers terecht klagen:
‘Aannemer is op grond van de eisen van goed en deugdelijk werk verplicht verkrijgers voldoende informatie te verschaffen om het mogelijk te maken de aangebrachte voorzieningen te bedienen en te onderhouden.4 Hij dient daartoe de gebruiksinstructies van de installatie als geheel voldoende duidelijk, schriftelijk (waaronder arbiter tevens elektronisch verstaat) toe te lichten en de specificaties en handleidingen van de geplaatste apparatuur te verstrekken.’.

In het hier beschreven geschil ging het om een vrij ingewikkelde, althans voor consumenten, WKO-installatie die zowel ten aanzien van het gebruik als het onderhoud behoorlijk wat toelichting nodig had. Daar kwam bij dat aannemer, om de door verkrijgers geuite klachten over het systeem te verhelpen, ook wijzigingen had aangebracht ten opzichte van het systeem zoals dat omschreven was in de technische omschrijving. Verkrijgers konden op grond van de technische omschrijving en als gevolg van de aangebrachte wijziging, niet op juiste wijze (zo blijkt uit de uitspraak) het systeem bedienen en onderhouden. Derhalve oordeelde arbiter dat aannemer op grond van de eisen van goed en deugdelijk werk verplicht was gebruiksinstructies van de installatie en de specificaties en handleidingen van de geplaatste apparatuur te verstrekken. Dit dient voldoende duidelijk en schriftelijk, waaronder arbiter tevens elektronisch verstaat, te geschieden.

Conclusie
Uit bovenstaande uitspraak blijkt dus onomwonden dat ook zonder de Wet kwaliteitsborging, maar mét de contractuele eisen van goed en deugdelijk werk, op de aannemer de plicht rust informatie te verschaffen die nodig is voor het gebruik en onderhoud van de woning en de geleverde installaties.

dr. E.M. Bruggeman

Eindnoten:

  1. H.P.C.W. Strang, ‘Redactioneel; Post Scriptum (2) bij tweede termijn Kamerbehandeling wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen’, Actualiteiten Bouwrecht 20 februari 2017; E.M. Bruggeman & H.P.C.W. Strang, ‘Wet Kwaliteitsborging behandeld in Tweede Kamer,’ TBR 2017/52; E.M. Bruggeman, Redactioneel: Het opleverdossier onder de Wet Kwaliteitsborging: een nadere beschouwing, Actualiteiten Bouwrecht 4 juli 2017.
  2. E.M. Bruggeman: ‘De privaatrechtelijke aspecten van het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Deel 1)’, TBR 2016/78, par. 5.
  3. Wat ik uit het oogpunt van duidelijkheid ook zou adviseren. Lees ook: E.M. Bruggeman, Redactioneel: Het opleverdossier onder de Wet Kwaliteitsborging: een nadere beschouwing, Actualiteiten Bouwrecht 4 juli 2017, E.M. Bruggeman, De gevolgen van de Wet kwaliteitsborging voor het Bouwen voor het werk en de rechtsverhouding van de architect, TBR 2017/91, par. 4.3
  4. Meer over de invulling van de eisen van goed en deugdelijk werk: S..J.H. Rutten, De eisen van goed en deugdelijk werk, TBR 2012/28.

 

Onderzoek naar contractvormen onder de Wkb

SEO Economisch Onderzoek heeft in opdracht van het ministerie van BZK onderzocht wat de positie van de consument is bij verschillende contractvormen voor het realiseren van een nieuwbouwwoning. Uitgaande van de situatie na invoering van de Wkb is met name gekeken naar de verschillen tussen de koopovereenkomst en de aannemingsovereenkomst. SEO concludeert dat beide contractvormen voordelen hebben voor de consument (Zie ook de uit het rapport afkomstige overzichtstabel):

Koop biedt twee voordelen:

  • De koper betaalt pas bij aflevering
  • Bij koop geldt conformiteit volgens de koopovereenkomst

Daartegenover staan enkele voordelen van aanneming ten opzichte van koop, deels als gevolg van het Wetsvoorstel:

  • De aannemer is verplicht te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht
  • Onder de Wkb is de aannemer aansprakelijk voor niet ontdekte gebreken (die aan hem toerekenbaar zijn), bij koop alleen voor gebreken die de koper niet redelijkerwijs had kunnen ontdekken.
  • Bij aanneming is de aannemer verplicht de opdrachtgever schriftelijk de mogelijkheid te bieden om tot opschorting over te gaan.

SEO adviseert te komen tot contractvormen die de voordelen van beiden combineert. Tevens adviseert SEO omvia de voorwaarden van garantie- en waarborgregelingen ook koop als contractvorm mogelijk te maken. Het volledige rapport van SEO is via rijksoverheid.nl downloaden

 

KOMO houdt vertrouwen in modernisering bouwwetgeving

Bericht afkomstige van www.komo.nl – 24 juli 2017

De behandeling van de Wkb (ontwerp Wet kwaliteitsborging voor het bouwen) in de Eerste Kamer op 4 juli jl. heeft ertoe geleid dat het kabinet het wetsontwerp zal aanpassen. Het aangepaste wetsontwerp zal daarna opnieuw de parlementaire weg afleggen. Komt van uitstel afstel? Wij denken van niet. Modernisering van de bouwwetgeving is hard nodig. Dat beseffen de politieke partijen ook.

Minder regeldruk
Al ruim 20 jaar is die modernisering onderwerp van gesprek in Den Haag. In zijn brief aan de Tweede Kamer (d.d. 7 februari 2014) gaf Minister Blok aan onder andere voornemens te zijn bestaande instrumenten van erkende kwaliteitsverklaringen, prestatieverklaringen en private documenten een plaats geven binnen het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging. Doel: minder regeldruk, betere bescherming van de bouwconsument én het vervangen van publiek toezicht op een bouwplan vóóraf naar gestructureerd privaat toezicht tijdens het bouwproces en de oplevering.

KiK is en blijft beschikbaar
Dat blijven belangrijke aspecten, óók nu in de Eerste Kamer is toegezegd om in een aangepast wetsontwerp een aantal onderdelen net wat anders in te richten.
KOMO houdt dan ook alle vertrouwen in een modernisering van de bouwwetgeving op een relatief korte termijn en verwacht dat deze goeddeels in lijn zal zijn met het ontwerp van wet dat afgelopen voorjaar door de Tweede Kamer is aangenomen. Het KOMO instrument Kwaliteitsborging (KiK) blijft dan ook uiteraard gewoon beschikbaar en wordt, zoals hiervoor, steeds verder ingevuld om aan de gebruikswensen van de markt tegemoet te komen.

Praktijkdag Kwaliteitsborging gaat door – 11 oktober 2017

Verzoek tot uitstel stemming Wkb Eerste Kamer

Op 4 juli vond in de Eerste Kamer het plenaire debat plaats over het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen. Eind februari dit jaar nam de Tweede Kamer dit wetsvoorstel met ruime meerderheid aan (109 voor, 40 tegen). Velen gingen ervan uit dat de wet daarmee in veilige haven was beland. Immers, de partijen die deze meerderheid vormden in de Tweede Kamer (vóór de verkiezingen van 15 maart 2017) hebben ook een meerderheid in de Eerste Kamer: 45 van de 75 zetels.

Het CDA bleek echter grote moeite te hebben met een aantal elementen uit het wetsvoorstel, met name met een deel van de aanpassingen van het Burgerlijk Wetboek. Tevens vroeg het CDA zich af hoe de amendementen die de Tweede Kamer in het wetsvoorstel hebben aangebracht in de praktijk zouden moeten gaan werken. Zonder de 12 stemmen van het CDA blijft de wet in de Eerste Kamer echter ‘hangen’ op 33 van de 75 zetels, tenzij via andere fracties als Christen Unie, Groen Links, PVV of SP er nog een meerderheid bijeen ‘gesprokkeld’ zou worden. Dat lijkt echter onwaarschijnlijk omdat deze fracties in verschillende gradaties tegenstander zijn van de voorgenomen stelselwijziging, die de Wkb impliceert via wijziging van Woningwet en Wabo.

Op de website van de Eerste Kamer staat een helder overzicht van de standpunten van de verschillende fracties en de belangrijkste discussiepunten. In de brief die de minister op vrijdag 7 juli 2017 aan de Eerste Kamer heeft gestuurd vraagt de minister om uitstel van stemming. Waarschijnlijk zal dit inhouden dat hij met een aanpassing van de wet komt, wat betekent dat het wetsvoorstel ook opnieuw in de Tweede Kamer moet worden geagendeerd. Los daarvan kondigde de minister al aan dat de beoogde invoeringsdatum van de wet zou worden doorgeschoven naar 1 januari 2019.

Gert-Jan van Leeuwen: Demissionaire dilemma’s

De afgelopen jaren is er geen onderwerp waarmee ik zo intensief bezig ben geweest als de stelselwijziging inzake de kwaliteitsborging van het bouwen. Eerst samen met Frans Fijen (†) als penvoerder van het visiedocument van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht en vanaf najaar 2013 als ‘kwartiermaker’ onder de vlag van het Instituut voor Bouwkwaliteit. In die laatste rol heb ik ruim zicht op het proces van voorbereiding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen en het uitvoeringsinstrumentarium.

De laatste maanden stonden vooral in het teken van de politieke besluitvorming over deze wet. Ik heb mij af en toe zeer verbaasd over sommige fasen in dat besluitvormingsproces. Op hoofdlijn zie ik het wetsvoorstel als resultaat van zorgvuldige en langdurige voorbereiding dat door amendering op het laatste moment uit balans wordt gebracht. Dit is deels inherent aan het stelsel van de parlementaire democratie, maar niettemin riskant. Ik doel vooral op de besluitvorming over amendementen.

Tot het laatst is aan de tekst van amendementen en toelichting gesleuteld door de indieners en anderen. Weliswaar wordt daarbij meestal – ook in dit geval – afgestemd met de betrokken minister of diens ambtenaren, maar het ‘denkraam’ van waaruit de indiener opereert kan op onderdelen of ten principale afwijken van dat van de minister c.s. Dat was ook het geval bij de amendementen 16 en 17 van toenmalig PvdA-Kamerlid Albert de Vries. Zo stelde hij in eerste termijn op 18 januari 2017 over de stelselwijziging naar private kwaliteitsborging onder meer: “Wij zien de noodzaak niet en wij vinden dit kwetsbaar.