“Aansprakelijkheid verborgen gebreken heet hangijzer Regelgeving”

In Cobouw van 16 januari 2015 is onderstaand bericht opgenomen. Het stuk verwijst naar een uitgebreider verhaal dat is opgenomen in Bouwkwaliteit in de Praktijk.

|  Laatst gewijzigd:16-01-2015 15:53  |  Frank de Groot  |
Den Haag – De discussie rond aansprakelijkheid van private partijen voor geborgen gebreken beheerst momenteel de burelen van veel aannemers, architecten en ingenieursbureaus. Vooral nadat de plannen van minister Blok (Wonen en Rijksdienst), vorig jaar bekend werden, bij de presentatie van het Wetsvoorstel Kwaliteitsborging. Bijna alle relevante bouworganisaties klommen in de pen om hun, veelal pittige, visie af te geven op deze conceptwet, die waarschijnlijk in 2016 van kracht moet worden.
In het Burgerlijk Wetboek is nu nog geregeld dat de bouwer alleen aansprakelijk kan worden gesteld voor verborgen gebreken die de opdrachtgever redelijkerwijs niet bij oplevering had moeten ontdekken. ‘Aannemers verweren zich door de aansprakelijkheid te verleggen naar diegene die gecontroleerd heeft. Vooral als dat een zogenoemde ‘deskundige’ partij’ is’, aldus prof. mr. dr. Monika Chao-Duivis, directeur Instituut voor Bouwrecht en hoogleraar bouwrecht TU Delft, in BouwKwaliteit in de praktijk nr. 1/2 2015 (voorheen Bouwregels in de praktijk), dat medio februari verschijnt. ‘Maar de rol van architect als controlerend bouwmeester is de afgelopen tien jaar steeds meer verdwenen. Mag een aannemer er dan mee wegkomen omdat een toezichthouder niet goed heeft gecontroleerd? Qua causaliteit heeft de toezichthouder niets met de gemaakte uitvoeringsfout te maken.’
Het Wetsvoorstel Kwaliteitsborging doet een voorstel om de positie van de opdrachtgever te verbeteren door aanpassing van het Burgerlijk Wetboek. Het voorstel is: ‘De aannemer is aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken bij aanneming van bouwwerken.’ Chao-Duivis: ‘‘Bezwaar van dit voorstel voor de aannemer is wel dat de status van de oplevering wordt uitgehold en hij in een bewijsrechtelijk lastige positie komt. Zorg daarom dat de oplevering goed is gedocumenteerd en maak foto’s. Daarom is het as-builtdossier ook zo belangrijk.’’
Op basis van voorstellen van Europese juristen komt Chao-Duivis tot een tekstueel verbetervoorstel voor het Burgerlijk Wetboek: ‘‘De aannemer is aansprakelijk voor ten tijde van de oplevering aanwezige gebreken, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Dan praten we dus feitelijk niet eens meer over verborgen gebreken!’ Chao-Duivis wil tot slot ook nog wel kwijt dat ze de voorgestelde verruiming van het opschortingsrecht van drie naar vijftien maanden bijna onacceptabel vindt: ‘‘Dat betekent dat een opdrachtgever 5 procent van de bouwsom maximaal vijftien maanden in depot kan houden tot eventuele bouwfouten zijn hersteld. De bouw heeft het al zo moeilijk, dan is het bijna onbehoorlijk om 5 procent vijftien maanden vast te houden.’’
Meer lezen? Ga dan naar www.omgevingindepraktijk.nl.
Publicatie datum: 16-01-2015 15:53