VNG: “wetsvoorstel #Wkb nu onduidelijk en onuitvoerbaar”

In een brief aan de Tweede Kamer stelt de VNG dat het voorliggende wetsvoorstel kwaliteitsborging nog aanpassing behoeft om goed te kunnen werken. De VNG is vooral ongerust over de rol van de gemeente. In het huidige wetsvoorstel zou de gemeente bij het ontbreken van een verklaring van een kwaliteitsborger moeten handhaven tegen de nieuwe eigenaar zonder informatie over de problemen die er zijn. De VNG vraagt daarom om twee aanpassingen:

  1. Verplicht kwaliteitsborgers een verklaring af te geven dat een bouwwerk voldoet aan de eisen voor oplevering
  2. Verplicht het bijvoegen van een risicoanalyse bij de vergunningaanvraag en een rapportage hierover bij de oplevering

Het tweede punt is tijdens de plenaire behandeling van de wet op 18 januari al door minister Blok toegezegd. Het eerste punt lijkt een logische gevolg te zijn van de wet: vraag als opdrachtgever om een verklaring voordat je de oplevering accepteert. De VNG wil dit bij wet geregeld hebben.

Uit de brief blijkt dat de VNG het inhoudelijk beoordelen van een het dossier bevoegd gezag en andere zaken in combinatie met het stelsel geen goede oplossing vindt. Het is of een stelsel waarop de gemeente kan vertrouwen of een inhoudelijke controle door de gemeente. Daarmee lijkt de VNG het oneens te zijn met het door De Vries (PvdA) ingediende amendement, waarin de gemeente een vergunning voor ingebruikname moet verstrekken.

De VNG verzoekt de Kamer de behandeling van de wet uit te stellen om de genoemde punten te bespreken. Iets waar veel partijen het nadrukkelijk niet mee eens zullen zijn en wat gezien de toezeggingen in de eerste termijn ook niet nodig lijkt.

 

Brancheorganisaties Zorg en Onderwijs: laat aansprakelijkheid in wetsvoorstel #Wkb ongewijzigd

Tijdens het Kamerdebat inzake de Wetsvoorstel kwaliteitsborging op 18 januari jl. heeft het CDA een amendement ingediend om de voorschriften in de Wkb inzake de aansprakelijkheid van de aannemer aan te passen. In het wetsvoorstel is de aannemer aansprakelijk voor alle gebreken, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Voor de consument is dit dwingend recht en mag de aannemer er niet van afwijken. In geval sprake is van een professionele opdrachtgever mogen partijen in onderling overleg andere afspraken maken. Het amendement van het CDA beperkt de gewijzigde aansprakelijkheid voor gebreken na oplevering tot de consument. Voor de opdrachtgever die uit hoofde van zijn beroep (en dat zijn ook scholen en zorgpartijen) laat bouwen zouden dan de huidige regels blijven gelden.

BOZ vraagt – mede namens Aedes, Federatie Opvang, RIBW Alliantie, PO-raad en VO-raad (brancheverenigingen in de zorg en in het onderwijs) – de Tweede Kamer in een brief dit amendement niet te steunen. De argumenten daarvoor zijn onder meer:

  • “Professioneel” opdrachtgever veronderstelt dat de opdrachtgever regelmatig bouwopdrachten verleent. Dat is vaak niet het geval in de zorgsector en het onderwijs.
  • Professionele opdrachtgevers formuleren de opdracht steeds meer in alleen functionele termen (outputspecificaties) en steeds minder in technische termen (bestek met tekeningen). Daarin wordt steeds vaker gesteund op de technische kennis van de aannemer.
  • Toezicht of directievoering van of namens de opdrachtgever is echter niet bedoeld om de kwaliteitsborging van de aannemer te verzorgen, maar is er voor zekerstelling van de opdrachtgever

De gehele brief is hier te lezen: 170130 Aansprakelijkheid in de bouw

 

Neprom: aandachtspunten leges en #Wkb

Neprom en Aedes hebben de Tweede Kamer in een brief opgeroepen om concrete maatregelen te nemen om de hoogte van de leges te beperken. Op Omgevingsweb geeft Neprom 6 aandachtspunten om te komen tot lagere leges:

  1. Creëer inzicht in de daadwerkelijke kosten.
  2. Kostendekkend? Geen must.
  3. Verbind een maximum aan de leges.
  4. Stop de kruissubsidiëring.
  5. Maak geen onderscheid tussen particuliere opdrachtgevers en kopers/huurders van een nieuwbouwwoning.
  6. Bereid je voor op nieuwe ontwikkelingen.

Neprom wil voor invoering van de Wkb concrete stappen richting lagere leges zien. Lees hier het volledige artikel en de brief aan de Tweede Kamer.

Open brief IBR aansprakelijkheidsregeling #Wkb

In een open brief aan minister Blok en de leden van de vaste Kamercommissie voor wonen en rijksdienst doet prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis een oproep om het nieuwe vierde lid van artikel 7:758 van het Burgerlijk Wetboek aan te passen. De formulering in de huidige regeling is volgens prof. Chao-Duivis ongelukkig gekozen waardoor de beoogde bescherming van de consument minder goed kan uitvallen. In de brief worden enkele voorstellen gedaan om de volgens prof. Chao-Duijvis aanwezig problemen op te lossen.

De brief is hier te lezen.

Rondetafel #Wkb: een impressie van de standpunten

Op 29 september jl. heeft de hoorzitting/ rondetafelgesprek plaatsgevonden in de Tweede Kamer. De hoorzitting is in vier blokken verdeeld, waarin genodigde partijen uit de bouw, verzekeringswezen, overheden, opdrachtgevers en eindgebruikers aan de hand van een position paper hun visie ten aanzien van het wetsvoorstel konden uitspreken. Vervolgens werden door de Kamerleden vragen gesteld. Vanuit de Kamer waren de Roald van der Linden (VVD) en Albert de Vries (PvdA) aanwezig, onder leiding van Jaco Geurts (CDA) als voorzitter.

Algemeen beeld vanuit de hoorzitting is dat er steun is voor het wetsvoorstel, zowel bij de opdrachtgevers, bouwers, toeleveranciers en ontwerpers. Wel hebben alle partijen nog specifieke wensen voor aanpassing van het wetsvoorstel. De Kamerleden maakten in de hoorzitting duidelijk dat zij het wetsvoorstel zo snel mogelijk plenair willen behandelen. Hiertoe gaven de sprekers de volgende aandachtspunten mee:

Verzekering/ garantie
Door diverse genodigden wordt verschillend gedacht over het wel of niet noodzakelijk zijn van een verplichte verzekering. Een aantal is voorstander van een first party (object)verzekering. Deze moet bij verkoop van het bouwwerk – al naar gelang de looptijd – ook overdraagbaar zijn op de nieuwe eigenaar. Het voordeel van een dergelijke verzekering is dat de consument direct bij de verzekering kan aankloppen in plaats van – zoals bij de huidige waarborgregeling – eerst de aannemer aan te moeten spreken.

Vanuit de opdrachtgever gezien is dit een te prefereren situatie. Vanuit de doelstelling van de Wet (veiligheid en gezondheid) echter niet: wie garandeert dat er ook echt herstel wordt uitgevoerd? Wellicht is er een modus te vinden die beide belangen op een goede manier dient!

Toelatingsorganisatie
Rondom de Toelatingsorganisatie worden verschillende aandachtspunten gegeven.

  • Verschillende (bestaande) instrumenten voor kwaliteitsborging zijn onder accreditatie afgegeven. Als aandachtspunt wordt meegegeven dat tussen de Raad van Accreditatie (RvA) en de Toelatingsorganisatie overlap aanwezig is. Let hierop met de uitwerking van werkzaamheden van de Toelatingsorganisatie en de kosten daarvan. Ofwel doe ‘dingen’ niet dubbel.
  • Vanuit UNETO/VNI wordt aangegeven dat de Toelatingsorganisatie vooral moet bestaan uit deskundige vanuit de praktijk. Vanuit de VVD wordt de zorg uitgesproken dat de Toelatingsorganisatie geen ‘lobbyclubje’ moet worden.
  • Vanuit het instituut voor bouwrecht (IBR) wordt gevraagd voor de mogelijke aansprakelijkheid van de Toelatingsorganisatie, waarbij een parallel werd getrokken met het arrest ‘Duwbak Linda’ waarin de staat uiteindelijk niet aansprakelijk gesteld kon worden. Alhoewel de situatie hier vergelijkbaar is – een private partij die goedkeuring geeft binnen een publiek stelsel – zou naar de mening van de IBR hier vooraf duidelijkheid over moeten zijn.

Aansprakelijkheid
Bouwend Nederland pleitte voor aanpassing van de voorgestelde wijziging van het Burgerlijk Wetboek door de regels voor de professionele opdrachtgever ongewijzigd te laten. Naar de mening van Bouwend Nederland is het met de hedendaagse vormen van aanbesteden en het tijdstip van instappen in het proces vaak onmogelijk om de volledige verantwoordelijkheid te nemen.
De PvdA geeft aan dat dit wat hen betreft een essentieel onderdeel van de wet is en dat tegen een aanpassing zoals voorgesteld door Bouwend Nederland zal worden gestemd.

Bouwbesluittoetsvrij (60% van de vergunningen vervallen)
De Aannemersfederatie (AFNL) pleitte voor een verplichte kwaliteitsverklaring van de bouwer bij de zogenaamde Bouwbesluittoetsvrije projecten. Als de aannemer verplicht wordt om bij gereedmelding een verklaring op te stellen dat het bouwwerk voldoet, kunnen de goede aannemers zich onderscheiden van de ‘beunhazen’.

Erkende kwaliteitsverklaringen
Door NVTB en PVS werd gepleit om de erkende kwaliteitsverklaring te mogen blijven gebruiken. Door Peter Ligthart – die hiernaar onderzoek heeft gedaan – werd nogmaals bevestigd dat dat geen probleem is. Erkende kwaliteitsverklaringen worden in het nieuwe stelsel naar zijn mening zelfs belangrijker. Erkende verklaringen of algemeen geaccepteerde oplossingen zoals de SBR Referentie details bieden de kwaliteitsborger een solide basis voor zijn uitspraak dat aan de voorschriften is voldaan. Het blijft echter altijd noodzakelijk dat op een aantal kritieke punten – mede bepaald door de omgeving en bij verbouwing het bestaande bouwwerk –toezicht op de toepassing wordt gehouden.

Een bouwwerk kan perfect zijn, als het geplaatst wordt op een onjuist aangelegde fundering dan is het gehele bouwwerk waardeloos. Een deskundig oordeel van een kwaliteitsborger maakt hier nadrukkelijk het verschil.

Rollen en verantwoordelijkheden
Zowel IBR, VNG als Brandweer Nederland misten nog een groot deel van de uiteindelijke voorschriften. Deze moeten nog vastgelegd worden in de Ministeriële regeling en in de protocollen van de Toelatingsorganisatie: de organisatie gaven aan hierbij betrokken te willen worden.

Daarnaast werd door VBWTN en VNG aangegeven dat het bevoegd gezag te allen tijde bestuurlijk verantwoordelijk is en blijft. Beide Kamerleden waren het hier niet mee eens: de verantwoordelijkheid voor kwaliteit moet altijd bij de markt blijven liggen en kan niet afhankelijk zijn van – de mate van – toezicht door het bevoegd gezag.

Leges
Algemeen werd door partijen aangedrongen op het aanpassen van de huidige regels voor leges. De leges zouden met minstens 50% omlaag moeten. Volgens Neprom is de huidige systematiek van kruissubsidiëring onrechtvaardig. De VNG maakt zich zorgen over de gemeentelijke begroting indien de leges wegvallen. Door PvdA wordt voorgesteld om nader onderzoek te doen naar leges in relatie tot de gemeentelijke begroting.

Belang consumenten
De consumentenorganisatie Eigen Huis, De Woonalliantie en de Woonbond ondersteunen de doelstelling van de Wkb: meer focus op eindresultaat, positie consument versterken. Partijen twijfelen echter of de beoogde wijziging hiervoor wel nodig is. De Woonaliantie en de Woonbond pleiten verder voor het eerder betrekken van toekomstige bewoners in het ontwerp. Zo ontstaan er woningen die voldoen aan de wensen van bewoners. De Wkb zou zich eerst moeten bewijzen alvorens de wet wordt ingevoerd: levert het voordeel op voor de consument?

Kennisontwikkeling
Door NL-ingenieurs werd aangegeven dat de gehele bouwsector – aannemers en adviseurs – kennis mist als het gaat om de bouwregelgeving. De Kamerleden zijn van mening dat dit de invoering van de wet op zich niet mag vertragen. Het Economisch Instituut Bouw (EIB) pleitte ook voor een snelle invoering van de wet, zodat de bouwsector weet waar zij aan toe is en zich terdege kan gaan voorbereiden op het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging in de bouw.

Pilots
Verschillende genodigden haalden de berichtgeving over de pilots aan. Het beeld werd zowel door voor- als tegenstanders (!) als eenzijdig gezien. De vertegenwoordiger van Aedes stelde dat de pilot Zeeburgereiland een groot succes is voor de opdrachtgever en de uiteindelijke kwaliteit zeker goed is. Vanuit Vereniging Eigen Huis werd gepleit om nog pilots te houden voor invoering van de wet. Laat vooral zien hoe het systeem werkt, wordt de koper er beter van?

Het vervolg…
Na ruim 4 uur het woord aan de betrokken partijen is het nu aan de Tweede Kamer. De plenaire behandeling van de Wet kwaliteitsborging staat gepland voor de eerste week van november en het wachten is op het wensenlijstje van de verschillende partijen.

Update: volgens de website van de Tweede Kamer wordt het wetsvoorstel een week eerder behandeld: de week van 31 oktober!

Standpunt partijen Rondetafel #Wkb Tweede Kamer

Aanstaande donderdag 29 september 2016 wordt in de Tweede Kamer een rondetafelbijeenkomst gehouden over de Wet kwaliteitsborging. De standpunten van de door de Commissie Wonen & Rijksdienst uitgenodigde partijen zijn te lezen via de website van de Tweede Kamer.

De architect als kwaliteitsborger bij kleine opdrachten #Wkb

In reactie op het ontwerpbesluit van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen is de BNA een lobby gestart om bij kleine opdrachten de architect in te kunnen schakelen als kwaliteitsborger. De BNA vindt dat architectenbureaus goed toegerust zijn om de rol als kwaliteitsborger onafhankelijk in te vullen. Zij hebben ervaring met houden van toezicht op de uitvoering en kunnen na de oplevering verklaren dat een bouwwerk aan de bouwregelgeving en eisen van goed en deugdelijk werk voldoet. Bovendien hebben zij geen financiële belangen bij de uitvoering van het bouwwerk. Aangezien het wetsvoorstel een rol als architect en kwaliteitsborger voor één en het zelfde project niet toestaat dringt de BNA er bij de Tweede Kamer op aan om het wetsvoorstel op dit punt aan te passen.

Op de website van de BNA wordt het standpunt nader toegelicht en is een link opgenomen naar de brief die aan de Tweede Kamer is gestuurd.

“Bouw- en woningtoezicht doe je er niet zo maar even bij!”

Onderstaande brief ontving iBK van Keimpe Stroop - directeur van gBOU. - naar aanleiding van de commotie rondom het experiment Den Haag. De heer Stroop doet hierin de oproep aan BZK om snel duidelijkheid te geven over de Wkb en om zorg te dragen van goed eisen aan toekomstige kwaliteitsborger. "Bouw- en woningtoezicht doe je er niet zo maar even bij!"

Over gBOU.
mail-bijlageMijn bedrijf gBOU. is sinds 2007 gecertificeerd bouwplantoetser. Uit handen van toenmalig minister Ella Vogelaar ontvingen wij met nog 5 andere bedrijven de eerste KOMO certificaten. Nadien is het KOMO-attest vervangen door het BRL 5019 systeemcertificaat.

De BRL 5019 stelt hoge eisen aan mijn kwaliteitsborgers en de interne processen. De BRL 5019 onderscheid 7 scopes:
Scope A: algemeen
Scope B: constructieve veiligheid
Scope C; brandveiligheid
Scope D: bouwfysica
Scope E: installaties
Scope G: coordinatie
Scope I: kleine bouwwerken

Mijn bureau is voor alle scopes gecertificeerd tot en met de toekomstige gevolgklasse 3.  Ieder jaar worden wij geaudit door onze CI en onderdeel daarvan is ook de dossierstudie. Door externe deskundigen wordt dan een willekeurige steekproef gedaan uit onze projecten en deze dossiers worden op alle aspecten onderzocht. Per scope is er een deskundige aanwezig. Wij worden dus jaarlijks gecontroleerd door 6 deskundigen die hun bevindingen rapporteren aan de CI. (Certificerende instelling)

Dit is uiteraard een tijdrovende en kostbare aangelegenheid maar geeft ons bureau wel zekerheid dat wij onze werkzaamheden op een juiste en controleerbare wijze verrichten. Het geeft onze klanten ook zekerheid dat indien wij van mening zijn dat er aan het Bouwbesluit wordt voldaan dat oordeel ook zekerheid geeft. Met andere woorden: de klant krijgt zekerheid en kwaliteit. Dit doen wij al vele jaren. Wij investeren daarnaast ieder jaar aantoonbaar in opleiding en vakkennis van onze medewerkers. Wij geven ook een bijdrage in verschillende deskundigencommissies die zich bezig houden met kwaliteitsborging en bouwkwaliteit.

Vakmanschap is meesterschap
Bouwplantoetsing/kwaliteitsborging is een vak waar vakmanschap en veel kennis is vereist. Onze klanten waarderen ons vooral om deze vakkennis en maken daar gebruik van.
Evenzo hebben de meeste medewerkers van de afdeling BWT van gemeenten veel vakmanschap. Punt van zorg hierbij is wel dat door vergaande bezuinigingen op de afdelingen BWT de actualiteit en borging van de kennis hevig onder druk is komen te staan.

En om van de Wet kwaliteitsborging  een succes te maken is veel ervaring en vakmanschap van kwaliteitsborging nodig. Een concreet kader mis ik in de AMvB zoals die nu ter beoordeling ligt. Weliswaar geeft u aan dat dit nog uitgewerkt wordt maar ik ben er niet gerust op. Ik zal nog een separate reactie op deze AMvB aan u richten.

Onzekerheid bij BWT afdelingen en gevolgen daarvan
In een eerder stadium is door mij al aangegeven aan een paar grotere gemeenten hier in de regio dat het goed zou zijn dat de kennis die bij gemeenten aanwezig is, benut kan gaan worden door de private partijen. Want die hebben om de taken die op hun afkomen in het kader van de Wet kwaliteitsborging gekwalificeerde medewerkers nodig. In eerdere berichten werd gesproken over 500 banen die bij de BWT afdelingen verloren zouden gaan. Anders gezegd: is het niet mogelijk om ambtenaren BWT in dienst te laten gaan bij de private borgers. Daar zouden ook wel pilots mee kunnen worden gedaan. Ambtenaren zijn tot dusver zeer terughoudend om deze stap te maken. Door onzekerheid over het andere speelveld uiteraard en over de invoering van de Wet. Want wat nou als de Wet er toch niet komt…… dan had ik niet weg gehoeven. Aan de andere kant wordt er al jaren flink bezuinigd op BWT afdelingen dus zie daar de spagaat die ontstaat.

Ook de termijn van in werking treden van de Wet houdt naar mijn mening dit proces tegen. Sterker nog: veel afdelingsmanagers zeker hier in het noorden van Nederland zien hun medewerkers van BWT verhuizen via interne vacatures naar andere afdelingen. Vacatures worden vaak ook niet ingevuld. De BWT afdelingen worden op deze wijze al grotendeels ontmanteld en uitgehold en veel kennis gaat op deze wijze verloren. Jammer en wat mij betreft een gemiste kans.

Wat mij verder opvalt is dat u in het huidige wetsvoorstel de gebouwen in GK2 en GK3 eerst nog aan de gemeenten overlaat. Zoals hierboven reeds aangegeven zijn de meeste BWT afdelingen al door bezuinigingen geraakt. In de meeste gemeenten is er dus niet meer voldoende gekwalificeerd personeel in dienst wat nodig is om dergelijke aanvragen op een juiste wijze af te handelen. In het noorden van Nederland zijn er in de gemiddelde gemeente immers maar enkele van deze aanvragen per jaar. Het merendeel van de aanvragen valt in GK1. Voor een paar aanvragen per jaar is een afdeling BWT niet in stand te houden. Ik roep u op om de gevolgen hiervan nogmaals te wegen.

Samengevat:
Bouw- en woningtoezicht en private kwaliteitsborging is een serieus en complex vak en dient als zodanig door het ministerie en de politiek erkend te worden. Dit doe je er niet zomaar even bij naast wat tekenwerk of ontwerpwerk.
Ik ben met mijn bedrijf gBOU. al ruim 10 jaar actief op het gebied van toetsing en borging en ben hiervoor ook als ambtenaar BWT actief geweest. Ook mijn medewerkers die scopehouder zijn hebben minstens 5 tot 10 jaar ervaring. Het is dus ons vak en dit doen wij met passie en trots!

Indien het vakmanschap van kwaliteitsborgers in de Wet niet voldoende geborgd is, is de kans groot dat de marktwerking er voor zorgt dat de goedkoopste kwaliteitsborger via bijvoorbeeld een “lightmodule” voor een appel en een ei de borging doet en dit werk nooit voldoende serieus kan doen. Ik voorspel u: dan wordt de gehele Wet een complete mislukking waarin de door uw gewenste bouwkwaliteit ernstig in het gedrang kan komen en erger nog : ernstige ongelukken zoals instortingen op de loer komen. Dit kan en mag u niet onderschatten en niet laten gebeuren.

Pilot experiment Den Haag
In de media vernam ik medio augustus 2016 dat er met de pilot keurmerk garantiewoningen nog van alles mis is. Ik heb de memo van de gemeente Den Haag er op nageslagen en ontdekte serieuze missers van de kwaliteitsborgers in de toelichting van de 6 voorbeelden. Dit kan op grond van mijn ervaring alleen dan voorkomen indien de kwaliteitsborger te weinig vakmanschap en ervaring heeft danwel te weinig aandacht heeft gehad voor het werk of een combinatie hiervan. Ook het niet of onvoldoende uitwisselen van informatie lijkt een oorzaak te hebben in het ontstaan van deze missers. Dergelijke missers komen overigens ook in andere studies rondom het gemeentelijk bouwtoezicht terug.

De gemeente Den Haag stelt verder vast dat vaak de afgesproken opleverdossiers ontbreken. Dat is ernstig omdat dit immers het fundament onder uw nieuwe Wet is. Op grond van mijn jarenlange ervaring kan ik wel zeggen dat dergelijke hiaten wel een mate van samenhang kennen met een ontoereikend systeem van kwaliteitsborging. Plat gezegd: Als je als borger de boel onvoldoende voor elkaar hebt kun je ook aan het eind de losse eindjes niet aan elkaar knopen en dit rapporteren.

Zoals ik hierboven al aangaf is het opstellen van een  risicoanalyse, samenhang vinden in allerlei documenten en deze voldoende verifieerbaar te beoordelen een complex vak wat veel vakmanschap en aandacht vereist.
Een door een borger gehanteerde werkwijze dient naar mijn stellige overtuiging op zijn minst ondersteund te worden door een certificaat of gelijkwaardig samen met periodieke audits of steekproeven door derden die het oordeel geven dat de borger voldoende kennis en ervaring bezit om als borger op te treden en te mogen blijven optreden.  Optimalisering, professionalisering en certificering van bouwtoezicht kan helpen om de kwaliteitsborging de positie te geven die het verdient. En ja, dan moet hierin inderdaad fors geinvesteerd worden en niet worden bezuinigd.

Ervaringen gBOU.
Dergelijke missers zoals gerapporteerd door de gemeente Den Haag komen binnen gBOU. niet voor. Onze jarenlange ervaring, vakmanschap en processen van interne borging op grond van de BRL 5019 helpen ons hiermee.
Ik zeg niet dat wij geen fouten maken maar onze gecertificeerde en extern geborgde werkwijze behoeden ons voor grote missers. Ik ben in de afgelopen 10 jaar nog nimmer door de CI en/of een gemeente gecorrigeerd in die zin dat we iets over het hoofd gezien hebben wat gevolgen kan hebben of heeft voor ons oordeel.

Onze klanten krijgen bovendien alle gegevens beschikbaar en daaruit blijkt onomstotelijk en verifieerbaar dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat aan alle aspecten van het Bouwbesluit wordt voldaan, danwel dat er niet aan het Bouwbesluit wordt voldaan.
Wij krijgen van de opdrachtgevers en gemeenten geregeld complimenten over onze aanpak en uitstekende documentering en beoordeling in samenhang.

Ik preek hiermee niet voor eigen parochie maar wil u onder de aandacht brengen dat ik baal als een stekker van deze berichtgeving in de media daar waar ik en mijn collega’s veel tijd en geld investeren in de gewenste verhoging van de bouwkwaliteit. gBOU. is een bureau wat alleen maar kwaliteitsborging doet en dit met trots en passie uitdraagt. Deze berichtgeving raakt ook mijn imago.

Het positieve is dat er aandacht is voor het maatschappelijk relevante aspect van onafhankelijk bouwtoezicht. De opdrachtgevers en aannemers waarmee wij samenwerken zien ook zeker het belang van kwaliteitsborging in. De bouwkwaliteit krijgt dan meer aandacht op de bouwplaats, Want daar moet het immers gebeuren. De opdrachtgevers krijgen veel meer zekerheid en ook niet onbelangrijk: de faalkosten worden aantoonbaar verminderd. Dus kan er dan ook meer geinvesteerd worden in de bouwkwaliteit. Dit moeten we met elkaar meer uitdragen.

Oproep:
Ik spreek de wens uit dat het ministerie de Wet kwaliteitsborging snel verder brengt en duidelijkheid geeft over de termijn van inwerking treden. Dat continue getreuzel zorgt voor terughoudendheid bij marktpartijen en overheid en geeft achterhoede gevechten. De politiek moet snel knopen doorhakken want door de vele bezuinigingen op de afdelingen BWT is er in veel gemeenten überhaupt geen toereikende vorm van toezicht meer. Dat hinken op twee gedachten is voor niemand goed. Uw ambtenaren hebben recht op zekerheid evenals de markt recht heeft op duidelijkheid. Om het bouwtoezicht landelijk kwalitatief op een hoger niveau te brengen moet er blijvend fors geïnvesteerd worden. En dit doe je alleen maar als er voldoende vertrouwen is op een daarbij behorend verdienmodel.

De eisen aan marktpartijen die u naar mijn mening dient te stellen dienen de volgende kernwaarden te hebben:

  • aantoonbaar vakmanschap
  • aantoonbare ervaring
  • periodieke externe controle
  • onafhankelijke positie

Bij herhaaldelijke ongeregeldheden danwel intrekken van diens certificaat, dient de borger onmiddellijk van de markt gehaald te worden zodat enkel kwaliteit loont. Vertrouwen, integriteit en transparantie dat is wat nodig is.
Dat zou de Wet kwaliteitsborging toch moeten uitstralen!

Voor een nadere toelichting kunt u gerust bellen met ondergetekende.

Met vriendelijke groet,
Keimpe Stroop
directeur

gBOU.
onafhankelijke (ge)Bouwspecialisten

a: Herenwal 124, 8441 BE HEERENVEEN
t: 0513 610030
m: 0653786270
e: keimpe.stroop@gbou.nl
i: www.gbou.nl (wij werken momenteel aan upgrading van onze website)