Verbetering kwaliteitsborging in de bouw – niet van vandaag op morgen….

Op 8 april 2016 heeft minister Blok van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn plannen over verbetering van de kwaliteitsborging in de bouw aan de Tweede Kamer toegestuurd en op 21 februari 2017 heeft de TWeede Kamer de plannen goedgekeurd. In die plannen krijgt private kwaliteitsborging een prominente rol. Voor sommigen lijkt dit een verrassing te zijn! De plannen rondom private kwaliteitsborging zijn echter niet nieuw en ook ver voor het rapport van de Commissie Dekker hadden achtereenvolgende regeringen plannen om private kwaliteitsborging in te voeren. Een klein historisch overzicht….

MDW-werkgroep Bouwregelgeving en de Agenda Bouwregelgeving 2002-2006

Eind vorige eeuw wordt – onder meer vanuit het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB) – van diverse kanten de vraag gesteld of het niet anders kan met de vergunningverlening rondom het bouwen. Om deze vraag te beantwoorden is voor dit onderwerp een zogenoemd Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (MWD) werkgroep ingesteld. Het doel van de MWD-projecten was het verlagen van lasten van burgers en bedrijfsleven en het verbeteren van de bestaande wetgeving, onder meer door het stimuleren van marktwerking.

De MDW-werkgroep Bouwregelgeving komt in het voorjaar van 1997 met haar 72 pagina’s tellende eindrapportage. Het rapport bevat adviezen op het gebied van vereenvoudiging van vergunningprocedures, het schrappen van voorschriften, de uitbreiding van het vergunningvrij bouwen en certificering als instrument om de lastendruk te verlagen. Over dat laatste onderwerp stelt het kabinet in augustus 1997 in een schriftelijke reactie aan de Tweede Kamer:

In de MDW-rapportage wordt voorgesteld de vergunningprocedure verder te ontlasten door de mogelijkheden tot vrijwillige procescertificering in de wetgeving te verankeren. Het Kabinet deelt de visie uit het rapport dat dit de lasten voor de gemeente en de vergunningvrager kan verlichten en de vergunningverlening kan versnellen. De verlichting treedt met name op omdat bij gebruik van een gecertificeerde organisatie voor het ontwerp de preventieve bouwtechnische toets niet langer noodzakelijk is en dus de verkorte vergunningplichtige procedure van toepassing is. Randvoorwaarde is dat de huidige groepen bouwers en ontwerpers en potentieel toetredende nieuwe groepen in voldoende mate toegang tot de markt behouden, ook wanneer hun ontwerp niet gecertificeerd is. Binnen deze randvoorwaarden, die mede voortvloeien uit het kabinets- standpunt over het MDW-rapport Normalisatie en certificatie is het Kabinet bereid om in nauwe samenspraak met de bouwpraktijk de aanbevelingen van de werkgroep nader uit te werken. Een hiertoe strekkend wijzigingsvoorstel van de Woningwet zal nog dit jaar worden voorbereid.

Bouwregelgeving 2002-2006Tot een wetsvoorstel is het in 1997 niet gekomen. De ideeën die op dit gebied in de jaren daarna zijn ontwikkeld – onder meer via een toekomstvisie van het OPB op de bouwregelgeving (december 2000) en een onderzoek van OTB naar Herregulering en stroomlijning van de bouwvergunningprocedures – zijn pas terug te vinden in de Agenda Bouwregelgeving 2002-2006. In deze brief – bedoeld voor de periode tot 2006 – zijn alle plannen van de afgelopen jaren terug te lezen. Van het landelijk uniformeren van de regels voor brandveilig gebruik (2008) tot aan de Wabo (2010) (toen nog ‘Bouwwet’ genoemd) en van een grotere rol van de consument (toen nog ‘burger’ genoemd) tot private kwaliteitsborging (2015?). Het heeft allemaal langer geduurd dan verwacht…

Ideeën private kwaliteitsborging niet nieuw

Veel van de nu nog bestaande ideeën die nu wederom voorliggen in de Tweede Kamer komen voort uit de brief uit 2002. Zo valt te lezen over de keuze tussen publiek of privaat als het gaat om de preventieve toets:

“Gedacht wordt aan het bieden van de keuzemogelijkheid aan de burger om de bouwtechnische toets in het kader van de bouwvergunningprocedure en het feitelijk toezicht tijdens de bouw hetzij op de «traditionele » manier door de gemeente, hetzij via geaccrediteerde certificering te laten verlopen (= vrijwillige certificering), waarbij dit ook tot uitdrukking zou kunnen komen in de hoogte van de verschuldigde bouwleges.”

Ook het “as-built” dossier uit de Routekaart private kwaliteitsborging wordt in deze “actieagenda” al genoemd:

“Vanuit de optiek van de bouwregelgeving bezien, is de waarde van zo’n gebouwdossier met name dat een accuraat beeld ontstaat over de feitelijke technische kwaliteit van een bouwwerk ten tijde van de oplevering en tijdens het gebruik […]. Die informatie kan tegelijkertijd dienen als grondslag voor een oordeel over het wel/niet voldoen van dat bouwwerk aan de daarop betrekking hebbende technische bouwvoorschriften.”

Pilots

In de Agenda wordt aangekondigd dat er een richtlijn ontwikkeld zou worden om te komen tot een gecertificeerde Bouwbesluittoets en dat deze richtlijn vervolgens zou worden beproefd. Op het moment van schrijven van de Agenda was VROM hier feitelijk al mee bezig. In 2000 was een eerste opdracht gegeven aan OTB om te komen met een voorstel hoe te komen tot een gecertificeerde Bouwbesluittoets. In de periode 2000-2002 is door OTB – samen met SKW-certificatie en een begeleidingscommissie van onder meer VROM en diverse marktpartijen – gewerkt aan een beoordelingsrichtlijn voor de toets aan het Bouwbesluit: de latere BRL 5019. Begin 2003 werd door VROM een plan van aanpak aan het OPB voorgelegd voor uitvoeren van een grootschalig pilotonderzoek met de nieuwe beoordelingsrichtlijn. Het onderzoek bestond uiteindelijk uit drie onderdelen:

  1. Een test van de beoordelingsrichtlijn door 25 deelnemende bedrijven en gemeenten. Resultaat van dit deel van de test was dat private partijen zeer goed in staat zijn om de toets aan het Bouwbesluit uit te voeren en dat de BRL 5019 daartoe een geëigend instrument is.Gemeentehuis Dalfsen (Foto website BBN)
  2. Een test met een drietal ‘live’ projecten, waarbij gemeenten en private bedrijven gezamenlijk de projecten beoordeelden. Ook dit deel van de pilot was succesvol. Deelnemende toetsers en gemeenten bleken goed samen te werken en de toetsresultaten kwamen goed overeen. Op de afbeelding hiernaast het nieuwe gemeentehuis  van Dalfsen; één van de pilotobjecten (lees het evaluatieverslag).
  3. Een tweetal ‘certificeringsklasjes’ als test in hoeverre ook kleine adviesbureaus en aannemers gecertificeerd zouden kunnen worden. Dit deel van de proef – waarover niet is gerapporteerd in de hiervoor genoemde brief – bleek minder succesvol: voor kleine bedrijven bleek certificatie complex en (te) duur.

De resultaten van de pilots zijn in 2007 schriftelijk aan de Tweede Kamer medegedeeld met als conclusie van de toenmalige Minister voor Wonen, Wijken en Integratie Vogelaar:

“Binnenkort kan worden gestart met het in kaart brengen van de wijze waarop certificering kan worden verankerd in de Woningwet. Voor alle duidelijkheid: de wettelijke verplichting strekt niet tot een verplicht gebruik maar een verplichte acceptatie door de gemeente in het geval dat aanvrager zijn bouwaanvraag onder certificaat indient. Het doel is om certificering als volwaardig alternatief naast de bouwplantoets door de gemeente mogelijk te maken. Bij de uitwerking van de wettelijke implementatie zullen enkele vraagpunten worden meegenomen, zoals de vraag wat de effecten zijn van de invoering van de gecertificeerde bouwplantoets op de handhaving en de overige wettelijke taken van de gemeente en de gevolgen voor de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid conform het OPB-advies. Voorjaar 2008 wordt aan uw Kamer gerapporteerd over de mogelijke wijze van wettelijke implementatie. Na akkoord zal het wetsvoorstel hiertoe worden aangeboden aan de Tweede Kamer.”

intentieverklaring

Het hoogtepunt van het project was het congres 15 jaar Bouwbesluit op 25 september 2007. De Vereniging Bouw- en

Woningtoezicht Nederland, Bouwend Nederland, BNA, ONRI, Neprom, Uneto-VNI en Vereniging Eigen Huis tekende er de intentieverklaring ‘Gecertificeerde Bouwbesluittoets’. Tevens werden de eerste certificaten BRL 5019 uitgereikt.
Nederland was klaar voor private kwaliteitsborging zo leek het…

En toen verder…

certificaten

De eerste certificaathouders: Van links naar rechts: Peter Tinga van Stroop raadgevende ingenieurs bv, Ad van der Aa van Cauberg-Huygen, minister Ella Vogelaar van WWI, Joop Petit van Satijn Plus Architecten en Harry Nieman van Adviesburo Nieman.

Tot een wetsvoorstel is het – onder meer door snel opeenvolgende wisselingen van regeringen en ministers die over de bouwregelgeving gingen – niet gekomen. In 2008 kwam de Commissie Dekker met haar rapport waarin ze de voorstellen van Vogelaar bevestigde. De pilots liepen door, alhoewel proble

men met de accreditatie en crisis tot gevolg hadden dat het project – net als de rest van de bouw – grotendeels stil kwam te liggen. Een enkele bedrijf ging door met de gecertificeerde Bouwbesluittoets en ca. 15 gemeenten gaven ook daadwerkelijk korting op de leges maar dat was het dan ook.

Tenslotte

Pas met het Kabinet Rutte I werd een doorstart gemaakt met private kwaliteitsborging. Volgend op de afspraak in het Regeerakkoord de adviezen van de Commissie Dekker uit te voeren kwam Minister Donner op 15 december 2011 met de brief die door de Vereniging Bouwtoezicht Nederland de “Donnerslag bij heldere hemel” werd genoemd. De rest is – evenals het wetsvoorstel dat Staatsecretatis Tommel al in 1997 aan de Tweede Kamer toezegde – geschiedenis….

En vervolgens…

Inmiddels is de planning dat de Wkb – ruim 20 jaar na het oorspronkelijke initiatief – in 2022 wordt ingevoerd. Meer over het verloop van het wetstraject is te lezen op deze pagina.

1 gedachte over “Verbetering kwaliteitsborging in de bouw – niet van vandaag op morgen….”

Reacties zijn gesloten.