“Sterkere positie voor opdrachtgever in de bouw”

Onderstaand bericht is afkomstig uit de periode nieuwsbrief Bouwen met Kwaliteit van BZK. U kunt zich via die link aanmelden voor de nieuwsbrief.

Sterkere positie voor opdrachtgever in de bouw
Het huidige systeem van kwaliteitsbewaking was aan herziening toe vanwege toenemende complexiteit in de bouw, de noodzaak tot positieve prikkels voor bouwpartijen en een onheldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden. De ministerraad heeft in mei 2015 op voorstel van minister Blok voor Wonen en Rijksdienst ingestemd met het wetsvoorstel ‘kwaliteitsborging voor het bouwen’.

Sterkere positie opdrachtgevers
Nieuw is dat de aannemer ook na de oplevering wettelijk aansprakelijk is voor gebreken aan het bouwwerk die aan hem zijn toe te rekenen. Anders dan nu is de aannemer in het nieuwe systeem niet alleen aansprakelijk voor verborgen, maar ook zichtbare gebreken die bij een oplevering door de opdrachtgever opgemerkt hadden kunnen worden. Hierover zijn met particuliere opdrachtgevers geen afwijkende afspraken toegestaan. Aannemers krijgen verder de plicht om hun opdrachtgever te informeren of en hoe zij verzekerd zijn voor risico’s bij een faillissement van het bedrijf en voor gebreken tijdens de bouw en daarna.

Als de laatste termijn van de aanneemsom (maximaal 5%) in depot is gestort bij de notaris, keert deze het depotbedrag na in werkingtreding van de wet pas uit als aan twee voorwaarden is voldaan. De notaris moet een schriftelijk bewijs van de aannemer ontvangen dat hij de opdrachtgever heeft gewezen op zijn opschortingsrecht en de opdrachtgever niet heeft aangegeven dat hij van zijn opschortingsrecht gebruik wil maken. Hiermee verdwijnt het automatisme dat de notaris het depotbedrag drie maanden na oplevering uitbetaalt aan de aannemer als hij niets van de opdrachtgever heeft vernomen. Met deze maatregelen wordt de positie van de opdrachtgever sterker tegenover de aannemer.

Nieuwe methodes voor kwaliteitsborging
Bij het afgeven van een vergunning voor nieuwbouw of seriematige verbouw hoeft de gemeente in het nieuwe stelsel niet meer te kijken naar bouwtechnische aspecten en controles uit te voeren tijdens de bouw. In plaats daarvan komt een nieuw systeem van kwaliteitsborging waarin marktpartijen zorgen dat aan de wettelijke eisen wordt voldaan.
Marktpartijen in de bouw moeten zelf methodes ontwikkelen voor voorgestelde kwaliteitsborging. Een onafhankelijke publieke toelatingsorganisatie zal beoordelen of een methode voldoet.
De gemeente controleert bij het afgeven van een vergunning voor het bouwen of tijdens de bouw wordt gewerkt met een toegelaten methode voor kwaliteitsborging die wordt toegepast door een hiervoor erkende of gecertificeerde kwaliteitsborger. Onder bepaalde voorwaarden zou ook de aannemer of architect de kwaliteitsborger kunnen zijn.
De gemeente blijft wel zelf toetsen aan de locale welstandseisen, het bestemmingsplan en de veiligheid voor de omgeving.

Eerst nieuwbouw en seriematige verbouw
Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel vanaf 2016 stapsgewijs ingaat. Begonnen wordt met eenvoudige nieuwbouw en seriematige verbouw. De komende tijd zal worden gewerkt aan verdere uitwerking van het nieuwe systeem en zullen partijen worden gestimuleerd om alvast met kwaliteitsbewaking aan de slag te gaan. Zo wordt ervaring opgedaan. Later volgt uitbreiding van het systeem naar andere meer complexe bouwwerken.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Meer informatie over de inhoud en de invoering van het nieuwe stelsel kunt u vinden op de website van het Instituut voor Bouwkwaliteit. Zie ook: Dossier Bouwregelgeving