Bij aanneming van bouwwerken is (en blijft) de aannemer na inwerkingtreding van de Wkb aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Hiervan kan niet ten nadele van de particuliere opdrachtgever worden afgeweken. In andere gevallen kan hier alleen van worden afgeweken indien dit contractueel is overeengekomen.
Hiermee wordt een reeds langlopende discussie beslecht in het voordeel van de opdrachtgever en wordt de aannemer gestimuleerd om gebreken reeds bij oplevering zo veel mogelijk te verhelpen. De verruimde aansprakelijkheid versterkt de positie van zowel particuliere als zakelijke opdrachtgevers. De aansprakelijkheid beperkt zich niet tot bouwtechnische aspecten, maar heeft tevens betrekking op alle door de bouwconsument ervaren kwaliteitsaspecten.
In de contracten tussen aannemers en enkele zeer grote, zakelijke opdrachtgevers is al langer ervaring opgedaan met aanscherping van de aansprakelijkheid van de aannemer voor gebreken. Hierbij blijkt dat een scherpere aansprakelijkheid de aannemer stimuleert tot scherpere vormgeving van zijn eigen kwaliteitsborgingssystemen.
Meer hierover is te lezen in de brochure ‘De Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen: veranderingen Burgerlijk Wetboek in de praktijk.
← Wat verandert er aan de aansprakelijkheid van de aannemer?