Digitale informatie voor het Dossier Bevoegd Gezag

Als gevolg van de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zullen betrokkenen steeds vaker gevraagd worden om de prestatie hun werkzaamheden aan te tonen. Niet alleen aannemers voor het consumentendossier, maar ook opdrachtgevers voor het dossier bevoegd gezag en kwaliteitsborgers voor het borgingsplan, toetsing en toezicht. De gevolgen van de Wkb werken op dit punt door in de gehele keten.

Leveranciers van bouwmaterialen staan het begin van de (informatie) keten van ieder bouwproject. De Nederlandse Vereniging Toeleverende Bouwmaterialenindustrie (NVTB) heeft daarom een eerste inventarisatie laten uitvoeren naar de informatie die vanuit leveranciers beschikbaar is. Doel was het in kaart brengen van de aansluiting tussen beschikbare productdocumentatie en de voor het dossier bevoegd gezag noodzakelijke informatie. Dit is met partners uit de brede bouwketen gedaan inclusief bevoegd gezag. In een aantal bijeenkomsten is deze informatie opgehaald en gecategoriseerd in een vijftal niveaus (zie afbeelding).

Aandachtspunten die uit de bijeenkomsten naar voren komen zijn:

  • Opvolgen van installatie- en verwerkingsvoorschriften is cruciaal voor de te leveren prestatie, maar wordt in veel gevallen niet aantoonbaar gemaakt.
  • Procescertificatie en uitvoeringsrichtlijnen zijn lang niet altijd beschikbaar.
  • Er is te weinig aandacht voor verificatie en validatie van het ontwerp en voor prestatiemetingen aan het eindproduct.

De resultaten, aangeboden aan de Regiegroep kwaliteitsborging, zijn een eerste ‘momentopname’ op basis van de input van de deelnemers aan de sessies. In de komende tijd zal onderzocht moeten worden hoe dit verder kan worden uitgewerkt, waarbij met name de informatiewisseling en digitalisering aandacht verdiend.

Het advies, rapport en het bijbehorende Excelbestand zijn via de links de downloaden. De resultaten van het project worden meegenomen in het project Digitalisering dossier bevoegd gezag.

“Gemeentelijke financiën aandachtspunt bij invoering Wkb”

In opdracht van de Vereniging van omgevingsdiensten (Omgevingsdienst NL) heeft Berenschot een onderzoek uitgevoerd naar belangrijkste risico’s van de Wkb voor gemeenten. Berenschot heeft daarnaast samen met adviesbureau de ANG Connectie de financiële consequenties van de Wkb bij twee kleinere gemeenten, een middelgrote en een grote gemeente doorgerekend.

Wat duidelijk is, is dat de invoering van de Wkb (financiële) gevolgen voor gemeenten zal hebben. Dit met name als gevolg van de introductie van de bouwmelding, waarvoor gemeenten geen leges kunnen heffen. Mogelijk zullen gemeenten algemene middelen moeten inzetten voor het uitvoeren van alle BWT-taken. De effecten per gemeenten zijn sterk afhankelijk van (beleids)keuzen die gemeenten maken. Denk hierbij aan eventuele kosten voor een intensivering van de aandacht van bouw- en sloopveiligheid en de mate toezicht op bouwwerken gevolgklasse 1 en vergunningvrije bouwwerken. Berenschot gaat er bij de raming van de kosten ook van uit dat het aantal juridische procedures toe zal nemen en neemt ook de kosten mee gerelateerd aan het vaker aanvechten van legesverordeningen.

Berenschot concludeert tevens dat de invoering van de Wkb voor met name middelgrote en kleinere gemeenten een prikkel kan zijn om bouwtaken te centraliseren.

Het volledige rapport is te lezen via de website van Berenschot. Lees ook de reactie van Gert-Jan van Leeuwen op Omgeving in de Praktijk (voor abonnees).

 

EenVandaag over bouwtoezicht

Onderstaande tekst is afkomstig van de website van EenVandaag. De gehele tekst is terug te lezen via deze link.

Op verzoek van EenVandaag legde de Vereniging Bouw- enWoningtoezicht Nederland (VBWTN) haar achterban een vragenlijst voor. 357 medewerkers van gemeenten en omgevingsdiensten reageerden. Een korte samenvatting van de resultaten:

  • driekwart van de ondervraagde gemeentelijketoezichthouders (74 procent) geeft het toezicht door gemeenten op de bouw het stempel “onvoldoende”
  • Meer dan de helft van de ondervraagden (56 procent) zegt degevolgen van de bezuiniging te voelen. Alleen grote bouwwerken worden bekeken
  • de helft (51 procent) van de medewerkers zegt te weinig tijd te hebben
  • een aanzienlijk deel (41 procent) vindt dat dekwaliteit van bouwen de afgelopen jaren is verslechterd
  • Wkb: driekwart van de ondervraagden (76 procent) keert zich tegen die verandering.
  • Tweederde (68 procent) is bang dat de wet zelfs tot meer incidenten gaat leiden.

Op de website van VBWTN is een uitgebreide analyse van de resultaten te lezen. De uitzending van EenVandaag kan hieronder worden teruggekeken.

Onderzoek Eigen Huis: ventilatie en geluid niet op orde

Vereniging Eigen Huis heeft bij 10 woningen gebouwd onder kwaliteitsborging onderzoek laten uitvoeren naar de ventilatie, installatiegeluid en luchtdichtheid. Het door BBA Binnenmilieu uitgevoerde onderzoek is op 9 juli aan minister Ollongren toegezonden. In de begeleidende brief, die in afschrift aan de fractievoorzitters in de Eerste Kamer is toegezonden, herhaalt Eigen Huis dat wat hen betreft de Wkb pas kan worden ingevoerd wanneer de pilots positieve resultaten laten zien. Ook mist Eigen Huis in de brief van Ollongren de toezegging dat de resultaten van pilots aanleiding kunnen geven tot aanpassing van het stelsel. Eigen Huis roept de minister nogmaals op om de aanscherping van de aansprakelijkheid direct in te voeren.

Het onderzoek van BBA Binnenmilieu is uitgevoerd bij 3 onder kwaliteitsborging gebouwde projecten in de gemeente Delft. Bij 10 woningen, opgeleverd in 2016 en 2017, is onderzocht hoe het staat met de ventilatiecapaciteit en het installatiegeluid. Bij 3 woningen is de luchtdichtheid onderzocht. De resultaten laten zien dat een deel van de woningen niet voldoet aan de wettelijke eisen:

  • De totale ventilatiecapaciteit bleek bij 3 van de 10 woningen onvoldoende. Bij de meeste woningen bleek het ventilatiesysteem onvoldoende ingeregeld.
  • Het installatiegeluid was bij 7 van de 10 woningen te hoog. Met name bij woningen met warmtepompen bleek dit een probleem
  • De luchtdichtheid voldeed niet bij 1 op de 3 woningen

Het onderzoek laat ook zien dat ventilatie en geluid nadrukkelijk samenhangen: de onderzoekers merken op dat bij ten minste één van de woningen de ventilatie door de bewoners is aangepast in verband met een te hoog installatiegeluid. De bewoners van de overige woningen geven aan de ventilatie niet (bewust) aangepast te hebben. De onderzoekers merken op dit punt op dat niet is gecontroleerd of de oorspronkelijke instelling bij oplevering nog aanwezig is en niet door bijvoorbeeld schoonmaken van de ventielen is gewijzigd.

BBA Binnenmilieu concludeert dat kwaliteitsborging onvoldoende garantie lijkt te bieden dat het binnenmilieu aan de voorschriften zal voldoen. De onderzoekers voegen daar aan toe dat de prestaties op het gebied van ventilatie, installatiegeluid en energie ook in traditionele bouwprojecten vaak onvoldoende zijn. Als we de resultaten – bij gebrek aan recent vergelijkingsmateriaal met het onderzoek van Eigen Huis – vergelijken met een onderzoek van de VROM-Inspectie uit 2007 of een onderzoek van het RIVM uit 2011 dan blijkt dat inderdaad het geval. Kanttekening daarbij is wel dat ten tijde van het onderzoek van de VROM-Inspectie er geen sprake was van eisen aan installatiegeluid, gebalanceerde ventilatie in de kinderschoenen stond en warmtepompen nog niet werden toegepast in de woningbouw.

Uit een – nog te publiceren – evaluatie van in de afgelopen jaren uitgevoerde proefprojecten blijkt dat kwaliteitsborgers vooral fouten uit bouwplannen halen die te maken hebben met ventilatie, installatiegeluid en geluidisolatie. Het onderzoek van Eigen Huis laat zien dat extra aandacht voor deze aspecten absoluut noodzakelijk is.

De brief en de onderzoeken zijn te lezen via onderstaande links:

Onderzoek gevolgen Wkb voor gemeenten

In opdracht van de gemeente Woerden heeft Debra Kasbergen vorig jaar onderzoek gedaan naar de gevolgen voor gemeenten mocht de Wkb doorgang vinden. Kasbergen voerde het onderzoek – waarmee ze de jaarlijkse scriptieprijs won – uit in het kader van haar rechtenstudie aan de Hogeschool Leiden.

Het doel van het onderzoek was gemeente Woerden adviseren hoe de huidige werkprocessen, verordeningen en beleid aangepast moeten worden als gevolg van de Wkb. De conclusie die Kasbergen trekt is dat ht nieuwe stelsel staat of valt met ‘loslaten’. Als de gemeente haar traditionele taak uit blijft voeren omdat zij geen vertrouwen heeft in de markt, zal de kwaliteitsborger zijn rol niet oppakken en zal de bouwer niet de urgentie voelen om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Een tweede belangrijke conclusie is dat ook handhaving door de gemeenten cruciaal isz voor het slagen van de Wkb. Volgens Kasbergen wordt de kwaliteitsborger “een gekooide tijger” als de gemeente dit nalaat.

Kasbergen pleit er voor om alle partijen binnen een gemeenten tijdig mee te nemen in de nieuwe rol en werkwijze. Ook de gemeenteraad moet vooraf duidelijk worden gemaakt wat taak en rol van de gemeente onder de Wkb is.

Het onderzoeksrapport is via deze link te downloaden

Benchmark van de bouw – De klant centraal

Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) heeft op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een onderzoek gedaan naar de mogelijke invulling van een benchmarksysteem van de bouw. Doel van het onderzoek is om inzicht te bieden in de mogelijke routes voor een robuust raamwerk dat voor consumenten een transparantere bouwmarkt creëert.

EIB concludeert onder meer het essentieel is dat de informatie over kwaliteit en prijs van (ver)bouwwerkzaamheden door een onafhankelijke partij verzameld en verwerkt worden. Daarnaast is geconstateerd dat consumenten naast een score per aannemer ook zoeken naar informatie over bijvoorbeeld specialisaties en certificering van bedrijven.

Het rapport is via deze link te lezen.

“Voor verbetering is meer nodig dan een Wet Kwaliteitsborging Bouw”

Op 27 maart jl. promoveerde Hugo Strang aan de TU Delft op het onderwerp ‘Toezicht en coördinatie in het bouwproces’. Op de website van de TU Delft is een kort interview gepubliceerd waarin Strang een aantal factoren noemt die bepalend zijn voor het slagen van een bouwproject. Toezicht en coördinatie zijn daarbij essentieel. Strang noemt een onafhankelijke coördinator, een heldere overlegstructuur en duidelijk vastgelegde aansprakelijkheidsprikkels als voorwaarden hierbij. De Wkb geeft hieraan  aar zijn mening slecht beperkt invulling.

Strang geeft tevens aan dat de in de Wkb beoogde aanpassing in de aansprakelijkheid voor gebreken na oplevering een goede ontwikkeling is. Al hoewel er op de formulering naar zijn mening nog wel wat aan te merken is.

Het gehele interview met Hugo Strang is te lezen via deze link. Lees ook het interview met Hugo Strang in Cobouw.

Promotieonderzoek: “Wkb leidt tot hogere bouwkwaliteit”

Op 2 oktober a.s. om 16:30 u zal mr. ing. P.M.J. de Haan in het openbaar zijn proefschrift verdedigen in de Academiezaal van de aula van de Radboud Universiteit, Comeniuslaan 2, in Nijmegen. Hij heeft als onafhankelijke promovendus gedurende bijna vier jaar onderzocht of de invoering van het stelsel van kwaliteitsborging uit het wetsvoorstel Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) leidt tot de beoogde hogere bouwkwaliteit. Daarnaast heeft hij onderzocht of alternatieven leiden tot een hogere bouwkwaliteit.

Inmiddels is de niet-commerciële versie van zijn proefschrift verschenen met de titel “De preventieve en repressieve toetsing aan bouwtechnische voorschriften in het publieke bouwrecht. Constructieve veiligheid nader beschouwd”. Later zal een aangepaste commerciële versie van zijn proefschrift in de Bouwrecht Monografieën van het Instituut voor Bouwrecht verschijnen, die dus te koop zal zijn. Daarin zal ook de bouwactiviteit onder de Omgevingswet worden toegelicht. Hieronder volgen de belangrijkste bevindingen uit het proefschrift.

Het stelsel van kwaliteitsborging leidt – bij uitvoering zoals beoogd – volgens De Haan tot een hogere bouwkwaliteit. Ook bevat het nieuwe stelsel aanzienlijk meer waarborgen om die hogere bouwkwaliteit te realiseren dan het geldende stelsel. In het stelsel van kwaliteitsborging toetst een kwaliteitsborger in zijn risicobeoordeling of het bouwplan aan het Bouwbesluit voldoet. Hoewel die risicobeoordeling geen weigeringsgrond voor een omgevingsvergunning is, kan het bevoegd gezag naar aanleiding daarvan in een uiterst geval aanwijzingen geven en zo nodig tijdens de bouw handhaven. Als het bouwplan niet aan het Bouwbesluit 2012 voldoet, dan geeft de kwaliteitsborger in een borgingsplan aanwijzingen tot aanpassing van het bouwplan. Ook naar aanleiding van dit borgingsplan kan het bevoegd gezag ingrijpen en zo nodig tijdens de bouw handhaven. Daarnaast moet de kwaliteitsborger bouwfouten aan het bevoegd gezag melden. Naar aanleiding daarvan kan het bevoegd gezag dan weer handhaven. Voorts is de kwaliteitsborger verplicht het voltooide bouwwerk te controleren. De kwaliteitsborger geeft alleen een verklaring af als dat bouwwerk aan de nieuwbouwvoorschriften uit het Bouwbesluit 2012 voldoet. Zonder die positieve verklaring mag het bouwwerk niet in gebruik worden genomen. Bovendien kan de kwaliteitsborger aansprakelijk worden gesteld als hij ten onrechte een verklaring heeft afgegeven. De gereedmelding volstaat niet. Het bevoegd gezag kan besluiten dat ingebruikname niet is toegestaan, omdat de positieve verklaring bij de gereedmelding ontbreekt. Dit dwingt de aannemer om een bouwwerk te realiseren dat aan de nieuwbouwvoorschriften voldoet. De verhoogde aansprakelijkheid van de aannemer in het wetsvoorstel Wkb – die buiten het kader van dit promotieonderzoek valt – dwingt de aannemer verder een hoge bouwkwaliteit te realiseren.

In het nu geldende stelsel geldt alleen een preventieve aannemelijkheidstoets van het bouwplan door het bevoegd gezag. Tot drie weken voor aanvang van de bouw mag de initiatiefnemer nog technische bouwtekeningen en berekeningen indienen, terwijl hij al de omgevingsvergunning heeft om te bouwen. Bovendien is het bevoegd gezag niet verplicht om het gerealiseerde bouwwerk te controleren. De gemeentelijke bouwinspecteur komt thans weinig op de bouw om te controleren, aldus De Haan.

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wkb in de Eerste Kamer is besproken of er geen betere alternatieven zijn. De Haan komt tot de conclusie dat het onwenselijk is in plaats van het stelsel van kwaliteitsborging een andere vorm van bouwtoezicht in te voeren. Er zijn geen goede alternatieven voor het stelsel van kwaliteitsborging. De erkende technische oplossingen gaan uit van gestandaardiseerde oplossingen voor bouwdelen om aan te tonen dat het bouwwerk aan het Bouwbesluit 2012 voldoet. Daarbij wordt geprobeerd om locatieafhankelijke factoren mee te nemen. De Haan ziet echter geen praktische mogelijkheden om bijvoorbeeld de zeer diverse Nederlandse ondergrond als locatieafhankelijke factor mee te nemen. Ook is het niet doorrekenen van de wisselwerking tussen de verschillende constructiedelen gevaarlijk.

Bij andere alternatieven voert het bevoegd gezag een intensievere toetsing van het gerealiseerde bouwwerk aan het Bouwbesluit 2012 uit. Dit staat op gespannen voet met het gebrek aan kennis en capaciteit bij de kleinere gemeenten. Dit kan worden opgelost door de toetsing te laten uitvoeren door een regionaal overheidsorgaan. De regering wil echter dat de private bouwsector meer verantwoordelijkheid voor de bouwkwaliteit neemt, zodat ook een repressieve toetsing door een regionaal overheidsorgaan geen oplossing biedt. Doordat het overheidsorgaan dan aangeeft dat het gerealiseerde bouwwerk veilig is voor ingebruikname, wordt ten onrechte meer verantwoordelijkheid bij de overheid neergelegd. Er is ook geen realistische mogelijkheid om meer ambtenaren bouw- en woningtoezicht aan te trekken. De leges kunnen niet verder worden verhoogd voor een financiering van die ambtenaren.

Met de aantrekkende bouwsector zullen afgestudeerden volgens De Haan liever niet kiezen voor een baan als ambtenaar. Jarenlang is immers door bezuinigingen roofbouw gepleegd op de gemeentelijke afdelingen bouw- en woningtoezicht. De Haan beveelt aan het stelsel van kwaliteitsborging in te voeren.

Tekst: Peter de Haan